Javanen in Diaspora, interview met Petrus Prasetyo

DOI

Naam: Petrus PrasetyoAchternaam: PrasetyoGeboorteplaats: TongarGeboortedatum: 14-4-1983Woonplaats: Indonesia 1983 -Mijn vader vertelde dat hij met een grote boot naar Indonesië is gekomen en dat veel mensen samen met hem dezelfde reis hebben gemaakt.Vader was zeventien jaar toen hij de reis maakte. Hij kon al lezen en schrijven. In Suriname was mijn vader landbouwer. Hij plantte rijst. Hij woonde op plantage Margrita. Hij vertelde vaak hoe visrijk Margrita was.Met vijf personen kwam hij naar naar Indonesie, zijn ouders, twee zussen en hijzelf. Zijn broer is in Suriname achtergebleven, omdat hij dat wilde. Er was altijd briefcontact, maar de laatste tijd is dit veel minder dan vroeger. Dat komt waarschijnlijk omdat mijn vader is overleden. Ik ben wel van plan om contact op te nemen. Het adres heb ik bewaard.
Mijn vader heeft nooit gezegd dat hij zijn broer graag wilde zien, maar ik weet zeker dat het wel zo is. Hij schreef hem vaak brieven, stuurde foto’s van onder andere mij en schreef dat wij het goed maakten. Zijn broer heeft nooit aangegeven dat hij naar Indonesië wilde komen, en volgens mij heeft mijn vader ook niet gezegd dat hij naar Suriname wilde; hij is ook niet door zijn broer gevraagd om te komen.De laatste briefwisseling was ongeveer vier jaar geleden. Vader heeft nooit verteld hoe hij zich voelde bij het afscheid van zijn familie, maar ik denk dat hij het fijn heeft gevonden om naar Indonesië te vertrekken. Hij had wel een wens die niet in vervulling is gegaan en dat was om Suriname te bezoeken. Die hartenwens is enigszins minder geworden toen een neef, een zoon van zijn broer, hier op bezoek kwam. Mijn vader was toen al ziek, dat was ongeveer vijf jaar geleden. Mijn vader huilde nooit als hij een brief ontving, maar toen hij deze neef zag, barstte hij in tranen uit, hij huilde van blijdschap.Mijn vader kon 'bahasa negro' spreken. Hij heeft het aan mijn moeder geleerd. Het lijkt mij een moeilijke taal. Het klonk wel erg grappig als mijn vader en moeder het spraken. Soms vertaalden ze voor mij in het Indonesisch wat ze tegen elkaar hadden gezegd, zoiets als ‘zou je met mij willen slapen?’ Met zijn familie sprak mijn vader Javaans en thuis ook.Mijn moeder kookt vaak Surinaams. Zij maakt empleng-empleng. Mijn vader heeft het haar geleerd. Dat is het enige wat hij kende. Empleng-empleng eet je met een soort 'gulai ayam'. Daarnaast maakt zij Surinaamse groenten klaar, zoals 'tayawiri' en 'bitawiri'. Daar maakt ze 'tumis' van. 'Antruwa' kwam bij ons ook op tafel; dat is net als 'boulanger' maar dan rond. Wat fruit betreft is er 'pisang bana', dat is lang en groot. Dat plantten mijn vader en moeder zelf. Bijna iedereen in Tongar heeft wel 'bitawiri' of 'tajawiri' in de tuin. Als men het niet heeft, is het wel te krijgen bij de buren.Van mijn vader heb ik niets geleerd over de Javaanse cultuur, maar hij vertelde wel veel. Hij vertelde dat er 'jaran kepang' was in Suriname en Javaanse tradities, zoals 'kenduri'. Ook dat men in de avonden bij elkaar kwam, 'melehan' als er een bijzonder gebeurtenis was, bijvoorbeeld bij een geboorte, een huwelijk of overlijden.Hier in Tongar heb ik niet veel Javaanse cultuur meegemaakt. Voor zover ik me kan herinneren was er alleen 'wayang wong' en dat gebeurde niet vaak. Ik heb volgens mij maar twee keer zoiets bezocht. Dat was bij een huwelijk. De spelers waren geen mensen uit Tongar, maar werden ingehuurd van buiten. Ik ben erg trots dat ik een 'anak keturunan Suriname' ben, omdat die mensen in mijn ogen een bijzondere geschiedenis hebben. De afstand, het enthousiasme, de vastberadenheid en alle andere factoren in aanmerking nemend, vind ik de mensen die besloten hebben om terug te keren naar Indonesië, bijzonder om een dergelijk belangrijk besluit te durven nemen. Ik vind dat bewonderenswaardig. Stel je dat eens voor, een hele maand op zee, ze moeten wel heel erg van hun land hebben gehouden. En dan ook nog je familie achterlaten, je eigen ouders, broers, zussen en overige familieleden.

Date Submitted: 2011-05-09

De datum waarop het interview is afgenomen, is niet bekend. De tekst van het volledige interview is in het Bahasa Indonesia.

Tot aan 1939 werden circa 33.000 Javanen naar Suriname overgebracht. Na hun contractperiode vestigde de meerderheid zich in Suriname. Slechts een minderheid keerde terug naar Indonesië. De meest beschreven terugkeer is de georganiseerde repatriëring in 1954 van circa 1000 personen naar Indonesië. Deze bestond uit Javaanse ex-contractarbeiders en hun in Suriname geboren (klein)kinderen. Tegen beter weten in kwamen zij niet terecht op Java, maar in Tongar, een plaatsje in West-Sumatra. Daar bleven de meesten niet lang. Hun zoektocht naar een beter leven bracht hen naar andere plaatsen in Indonesië: Pekanbaru, Padang, Medan, Jambi, Jakarta, maar ook opnieuw naar Suriname.Veel minder bekend is de groepsmigratie in 1953 van enkele tientallen Javanen naar het buurland Frans Guyana. Vermoedelijk zijn tot aan het eind van de jaren 60 nog meer personen in groepsverband naar Frans Guyana vertrokken. Tijdens de Surinaamse binnenlandse oorlog weken ook Javanen, vooral vanuit Moengo en Albina, naar Frans Guyana uit. Volgens de Franse bevolkingsgegevens van 2005 wonen momenteel zo’n 1900 Javanen in Frans Guyana.De meest recente omvangrijke landverhuizing van Javaanse Surinamers vond plaats vóór de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, dit keer uit Suriname naar Nederland. In de ban van politieke leiders die van mening waren dat de onafhankelijkheid niet goed zou uitpakken voor de positie van de Javanen, vertrokken circa 22.000 Javanen naar Nederland. Onder hen bevonden zich ook degenen die het eerder hadden geprobeerd in Indonesië en in Frans Guyana.Deze meervoudige migratie van de Surinaamse Javanen, is het onderwerp van het levensverhalen project Javaanse Migratie en Erfgoedvorming in Suriname, Indonesië en Nederland. Om van de meervoudige migratiebewegingen en de persoonlijke ervaringen van de Javaanse migranten een helder beeld te krijgen, is een oral history-project opgezet rondom migratie en erfgoedvorming onder de Javanen in Suriname, Indonesië en Nederland.Aan dit project werkten het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) en de Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI) samen.De interviews zijn te beluisteren op de website van Javanen in Diaspora, de metadata en de samenvattingen van de interviews zijn opgeslagen in EASY.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zt8-b4pq
Metadata Access https://ssh.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zt8-b4pq
Provenance
Creator Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV); Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI)
Publisher DANS Data Station Social Sciences and Humanities
Contributor F. Steijlen
Publication Year 2011
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/closedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact F. Steijlen (KITLV)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip; application/pdf
Size 34385; 199902
Version 2.0
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences