In opdracht van Fagus Projectmanagement en Engineering B.V. heeft IDDS Archeologie in mei 2022 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd in de wijk Grondmolen in Papendrecht, gemeente Papendrecht. De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen en zo nodig aanvullen van de gespecificeerde verwachting. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de vormeenheden van het landschap in het plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn geweest op de bruikbaarheid van de locatie door de mens in het verleden. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen kansarme zones van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor behoud of voor vervolgonderzoek. Om deze doelstelling te kunnen realiseren, wordt op de volgende vragen een antwoord gegeven:• Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?• Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te beschouwen?• Bevinden zich archeologisch relevante afzettingen in het plangebied? Zo ja, op welke diepte ten opzichte van het maaiveld en het NAP?• Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?• Hoewel niet het doel van een verkennend booronderzoek, kunnen er toch archeologische indicatoren worden aangetroffen. Indien deze worden aangetroffen, dan gelden tevens de volgende vragen: wat is de verticale en horizontale ligging van de aangetroffen indicatoren, wat is de datering en wat is de invloed van deze vondsten op de archeologische verwachting van het plangebied?• In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen bodemverstorende werkzaamheden?In het plangebied zijn 35 boringen gezet. De meeste boringen hebben een diepte van 4,0 m -mv. Voor het booronderzoek is het plangebied beschouwd als een tracé. Daarbij zijn de boringen uitgevoerd op elk kruispunt in het tracé en/of op een tussenliggende afstand van 30 tot 60 m tussen de boringen. Er is gebruik gemaakt van een Edelmanboor met een diameter van 10 cm voor dat deel van de ondergrond dat zich boven de grondwaterspiegel bevindt. Voor het deel van de ondergrond dat onder de grondwaterspiegel ligt is gebruik gemaakt van een guts (doorsnede 3 cm).Het landschap in het plangebied heeft zich achtereenvolgens ontwikkeld van een komgebied waar klei is afgezet, maar ook veen ontstond. Daarna een veengebied en wederom een komgebied. Vervolgens heeft antropogene ophoging plaatsgevonden.Op basis van de resultaten van het onderzoek is de kans klein dat er archeologische waarden zullen worden bedreigd door de voorgenomen bodemverstorende werkzaamheden. Hierdoor adviseert IDDS Archeologie om het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen bodemverstorende werkzaamheden.
Date Submitted: 2022-06-23