Op 29 november 2013 is door Aeres Milieu een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor de locatie Heistraat te Sprang-Capelle. Dit bureauonderzoek heeft geresulteerd in een specifiek verwachtingsmodel voor deze locatie. Aan de hand van deze gegevens kunnen vervolgens adviezen over de aanwezige archeologische resten en/of vervolgtraject worden opgesteldOp basis van de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied en de geografische ligging moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een middelhoge verwachting geldt voor alle perioden met uitzondering van de vroege middeleeuwen.Zeer dicht bij het plangebied bevindt zich een dekzandrug, die zich verhief boven het omliggende terrein. Door hun grote biodiversiteit en gradiënt waren dergelijke dekzandruggen tijdens de vroege prehistorie bij uitstek geschikt voor bewoning. Met deze reden geldt voor het plangebied een middelhoge verwachting voor het paleolithicum tot en met het neolithicum.Hoewel er voor de ijzertijd en Romeinse tijd geen aanwijzingen voor bewoning zijn, waren de veenvlakten mogelijk wel toegankelijk. Archeologische resten uit deze periodes kunnen derhalve niet worden uitgesloten. Voor de ijzertijd en de Romeinse tijd geldt daarom een middelhoge verwachting.Op basis van kaartmateriaal is gebleken dat het plangebied omstreeks 800 n.Chr. waarschijnlijk onbewoonbaar was. Met deze reden geldt een lage verwachting voor de vroege middeleeuwen. De lintbebouwing op de dijk valt echter mogelijk terug te leiden tot omstreeks 1500. Daarbij waren de late middeleeuwen voor het plangebied een woelige periode door de ligging op de grens tussen het grondgebied van de Hertog van Brabant en de Graaf van Holland. Naast resten van de historische bebouwing kunnen dus mogelijk ook nog restanten van militaire activiteiten en defensieve structuren als wallen en grachten worden aangetroffen. Derhalve geldt voor de late middeleeuwen een middelhoge verwachting.Op de kadasterkaart van 1811-1832 is enige bebouwing zichtbaar in het plangebied. Mogelijk kunnen hier nog resten van worden aangetroffen, zodat voor de nieuwe tijd eveneens een middelhoge verwachting geldt.Op basis van het uitgevoerde verkennend onderzoek kan worden gesteld dat de boringen een verstoorde bodem weergeven. De verstoring reikt in ieder geval 40 tot 90 cm – mv. De verstoringen reiken tot in de C-horizont, met uitzondering van boringen 2 en 5. In deze boringen is een restant aangetroffen van de B-C overgang. Deze boringen liggen aan de rand van het plangebied, in de zone waar nooit bebouwing heeft gestaan. Op basis van de resultaten van het booronderzoek kan worden gesteld dat het archeologische niveau is verstoord als gevolg van recente (30 -40 jaar oude) bodemingrepen. Deze verstoringen hebben als gevolg dat de mogelijk aanwezige archeologische resten niet meer in-situ aanwezig zullen zijn. Er word geadviseerd dat er geen verder archeologisch onderzoek noodzakelijk is.
AM13220
Date: 29 november 2013 (uitvoering onderzoek)
Issued: 2013-12-09T00:00:00.000+01:00