KAREL VAN DER KRUIT Tijdens de oorlog werkte dhr. Van der Kruit bij de Rotterdamse Tramweg Maatschappij (RTM) in de Rozenstraat. Van daaruit werd hij op een gegeven moment voor de Arbeidseinsatz naar Leipzig-Wahren gestuurd, waar hij van oktober 1943 tot 25 januari 1944 bleef. Eerst werd hij tewerkgesteld in de expresgoed-afdeling, in de nachtdienst. Hij meldde zich vrijwel direct ziek. Een paar weken hoefde hij niet te werken, totdat een dokter hem volkomen gezond verklaarde. Vanaf toen moest hij op het Leipzig Hauptbahnhof kapot expresgoed repareren. Het Lager lag in Leipzig-Leutzsch op een groot rangeerterrein.Vanaf 5 december werd er iedere nacht gebombardeerd met fosforbommen. Bij een voltreffer op de Hauptbahnhof zijn 3 van zijn collega's om het leven gekomen in de zogenaamde bomvrije schuilkelder.Gelukkig kon hij eerder naar huis nadat zijn huisarts een verklaring stuurde waarin stond dat Karels vrouw in verwachting was (wat niet zo was). Hij is niet bang geweest voor de bombardementen, hij accepteerde dat je er toch niks aan kon doen.Na thuiskomst in Rotterdam meldde hij zich ziek. Op een gegeven moment moest hij toch gekeurd worden om weer aan het werk te gaan. De volgende dag dook hij onder in Lemmer in Friesland bij de Noordoostpolder, totdat daar een razzia werd gehouden. Daarna dook hij in Rotterdam onder bij een tante.Op de dag van de Rotterdamse razzia kwam hij niet verder dan de brug bij de Koningskerk die door Duitsers was afgezet. Hij moest thuis in de Kettingstraat zijn spullen halen en zich daarna gelijk opstellen op de Oudedijk waar de mannen uit de buurt verzameld werden. In een colonne liepen ze door Kralingen naar de kazerne aan het Toepad. De volgende middag begon de voettocht naar Waddinxveen, waar ze op stro sliepen in de nieuwe loods van tabaksfabriek Dobbelman. De volgende ochtend liepen ze vroeg door richting Utrecht. Omdat hij vreesde dat ze in Utrecht op de trein zouden worden gezet, besloot hij er´s avonds tussenuit te knijpen samen met een buurjongen. Hij wist dat er aan de rand van de stad een talud was. Daar lieten ze zich in de duisternis vanaf rollen.Op de terugweg kregen ze een lift van twee fietsers en mochten ze bij een van hen een nachtje blijven slapen in Utrecht. De volgende ochtend vroeg werden ze weggebracht tot aan de rand van de stad. Van daaruit wandelden ze verder, via landwegen de polders door. In een café in Waddinxveen hielp de kastelein hen aan een onderduikadres waar ze enkele weken doorbrachten. Daarna gingen ze op een fiets zonder banden terug naar Rotterdam.Na thuiskomst trouwde hij snel en is hij nog een week of vier in Oud-Beijerland geweest, waar zijn vrouw vandaan kwam. Daar was ook een razzia. Hij verschool zich in een klein hokje bovenin het huis van zijn schoonmoeder. Terug in Rotterdam ging hij, om maar iets te doen te hebben, met een vriend mee die vee vervoerde. Met hem heeft hij een aantal malen geluk gehad bij controles. Hij vertelt over het gevaar op 4 en 5 mei, toen het nog niet duidelijk was of Nederland nou bevrijd was of niet, en over de leuke bevrijdingsfeesten.Na de oorlog was het moeilijk om een woning te vinden voor hem en zijn vrouw. Hij heeft tot 1952 nog ingewoond. Eerst ging hij bij het Gasbedrijf werken. Na twee jaar solliciteerde hij bij de douane, waar hij is gebleven tot 1988.Hij is blij dat hij tijdens of na de razzia niet meer in Duitsland terecht is gekomen en heeft geleerd om dingen waaraan je toch niks veranderen kunt, te accepteren.
SAMENVATTING ONDERWERP. Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden.De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".
KAREL VAN DER KRUIT During the war, Mr. Van der Kruit worked for the Rotterdam Tramway Company (RTM) in the Rozenstraat. From there, he was at one point sent to Leipzig-Wahren for the Labour Deployment, where he stayed from October 1943 to 25 January 1944. He was first put to work in the express goods department, on the night shift. He reported sick almost immediately. He did not have to work for a few weeks, until a doctor declared him completely healthy. From then on, he had to repair broken express goods at the Leipzig Hauptbahnhof. The camp was located in Leipzig-Leutzsch on a large marshalling yard.From 5 December, phosphorus bombs were dropped every night. A direct hit on the Hauptbahnhof killed 3 of his colleagues in the so-called bomb-proof shelter.Fortunately, he was able to go home early after his family doctor sent a statement stating that Karel's wife was pregnant (which she wasn't). He wasn't afraid of the bombings, he accepted that there was nothing you could do about it anyway.After returning home to Rotterdam, he reported himself sick. At one point, he had to undergo a medical examination to return to work. The next day, he went into hiding in Lemmer in Friesland near the Noordoostpolder, until a raid was held there. After that, he went into hiding in Rotterdam with an aunt.On the day of the Rotterdam raid, he didn't get further than the bridge at the Koningskerk, which had been cordoned off by the Germans. He had to get his things at home in the Kettingstraat and then immediately line up on the Oudedijk where the men from the neighborhood were gathered. In a column they walked through Kralingen to the barracks at Toepad. The next afternoon they started their walk to Waddinxveen, where they slept on straw in the new shed of the Dobbelman tobacco factory. The next morning they walked early towards Utrecht. Because he feared that they would be put on the train in Utrecht, he decided to sneak out in the evening with a boy from the neighbourhood. He knew that there was an embankment on the edge of the city. They let themselves be rolled down it in the darkness.On the way back they got a lift from two cyclists and were allowed to spend the night with one of them in Utrecht. Early the next morning they were taken to the edge of the city. From there they walked on, via country roads through the polders. In a café in Waddinxveen the landlord helped them find a hiding place where they spent a few weeks. After that they went back to Rotterdam on a bicycle without tires.After returning home he quickly got married and stayed in Oud-Beijerland, where his wife came from, for about four weeks. There was also a raid there. He hid in a small room at the top of his mother-in-law's house. Back in Rotterdam he went with a friend who transported cattle, just to have something to do. He had some luck with him during checks. He talks about the danger on May 4 and 5, when it was not yet clear whether the Netherlands had been liberated or not, and about the nice liberation celebrations.After the war it was difficult to find a home for him and his wife. He lived there until 1952. First he went to work for the Gas Company. After two years he applied for a job at customs, where he remained until 1988.He is glad that he did not end up in Germany during or after the raid and has learned to accept things that you cannot change anyway.
SUMMARY OF THE SUBJECT. On the evening of 9 November 1944, a cordon was placed around Rotterdam and Schiedam by the German army. All important bridges and strategic points were closed off, trams were no longer running and telephone traffic was blocked. On the following two days, more than 52,000 Rotterdammers and Schiedammers between the ages of seventeen and forty were arrested and taken to Germany to perform forced labour there, often in appalling conditions.
The Rotterdam Raid was one of the largest manhunts that the German National Socialist regime ever conducted. The resistance newspaper Vrij Nederland reacted with shock, writing on 14 December 1944: ‘Fifty thousand Dutch men let themselves be led away like sheep and just as many women watch as their husbands and sons are led defenceless to Hitler’s slaughterhouse’.
The project Journey of the Razzia is based on filmed testimonies of men who experienced the raid and the subsequent journey, to fill a gap in the historiography and to provide insight into the events based on the theme "Maneuverability of an individual in a society under pressure”
KAREL VAN DER KRUIT Während des Krieges hat Herr Van der Kruit bei der Rotterdamer Straßenbahn-Gesellschaft (RTM) in der Rozenstraat. Von dort wurde er irgendwann zum Arbeitseinsatz nach Leipzig-Wahren geschickt, wo er von Oktober 1943 bis zum 25. Januar 1944 blieb. Zunächst war er in der Expressgutabteilung in der Nachtschicht beschäftigt. Er hat sich fast sofort krank gemeldet. Er war einige Wochen arbeitsunfähig, bis ihn ein Arzt für völlig gesund erklärte. Fortan musste er im Leipziger Hauptbahnhof kaputte Expressgüter reparieren. Das Lager befand sich in Leipzig-Leutzsch auf einem großen Rangierbahnhof.Ab dem 5. Dezember wurde es jede Nacht mit Phosphorbomben bombardiert. Bei einem Volltreffer auf den Hauptbahnhof kamen drei seiner Kollegen im sogenannten bombensicheren Bunker ums Leben.Glücklicherweise konnte er früher nach Hause gehen, da sein Hausarzt ihm mitgeteilt hatte, dass Karels Frau schwanger sei (was nicht der Fall war). Er hatte keine Angst vor den Bombenangriffen, er akzeptierte, dass man ohnehin nichts dagegen tun konnte.Nach seiner Rückkehr nach Rotterdam meldete er sich krank. Irgendwann musste er sich einer medizinischen Untersuchung unterziehen, um wieder arbeiten zu können. Am nächsten Tag tauchte er im friesischen Lemmer in der Nähe des Noordoostpolders unter, bis dort eine Razzia durchgeführt wurde. Anschließend tauchte er bei einer Tante in Rotterdam unter.Am Tag des Überfalls auf Rotterdam kam er nicht über die von den Deutschen abgesperrte Brücke bei der Koningskerk hinaus. Er musste seine Sachen zu Hause in der Kettingstraat abholen und sich dann sofort am Oudedijk anstellen, wo sich die Männer aus der Nachbarschaft versammelt hatten. Sie marschierten in einer Kolonne durch Kralingen zur Kaserne in Toepad. Am nächsten Nachmittag begannen sie ihre Wanderung nach Waddinxveen, wo sie im neuen Schuppen der Dobbelman-Tabakfabrik auf Stroh schliefen. Am nächsten Morgen gingen sie früh in Richtung Utrecht. Weil er befürchtete, dass sie in Utrecht in den Zug gesteckt würden, beschloss er, abends mit einem Jungen aus der Nachbarschaft wegzulaufen. Er wusste, dass es am Rande der Stadt einen Damm gab. Dort ließen sie sich in der Dunkelheit davonrollen.Auf dem Rückweg wurden sie von zwei Radfahrern mitgenommen und durften bei einem von ihnen in Utrecht übernachten. Am frühen nächsten Morgen wurden sie an den Stadtrand gebracht. Von dort aus gingen sie zu Fuß weiter über Landstraßen durch die Polder. In einem Café in Waddinxveen half ihnen der Wirt, ein Versteck zu finden, wo sie mehrere Wochen verbrachten. Danach fuhren sie mit einem Fahrrad ohne Reifen zurück nach Rotterdam.Nach seiner Rückkehr heiratete er schnell und verbrachte weitere vier Wochen in Oud-Beijerland, wo seine Frau herkam. Auch eine Razzia fand statt. Er versteckte sich in einem kleinen Zimmer im obersten Stockwerk des Hauses seiner Schwiegermutter. Um etwas zu tun zu haben, ging er wieder nach Rotterdam und begleitete einen Freund, der Vieh transportierte. Bei Kontrollen hatte er mehrfach Glück mit ihm. Er erzählt von der Gefahr am 4. und 5. Mai, als noch nicht klar war, ob die Niederlande befreit waren oder nicht, und von den lustigen Befreiungsfeiern.Nach dem Krieg war es schwierig, für ihn und seine Frau ein Zuhause zu finden. Er lebte dort bis 1952. Zunächst arbeitete er für die Gasgesellschaft. Nach zwei Jahren bewarb er sich beim Zoll, wo er bis 1988 blieb.Er ist froh, dass er während und nach der Razzia nicht in Deutschland gelandet ist und hat gelernt, Dinge zu akzeptieren, die man sowieso nicht ändern kann.
ZUSAMMENFASSUNG THEMA. Am Abend des 9. November 1944 errichtete die deutsche Armee eine Sperre um Rotterdam und Schiedam. Alle wichtigen Brücken und strategischen Punkte wurden abgesperrt, Straßenbahnen fuhren nicht mehr und der Telefonverkehr war unterbrochen. An den beiden folgenden Tagen wurden über 52.000 Einwohner Rotterdams und Schiedams im Alter zwischen 17 und 40 Jahren festgenommen und nach Deutschland verschleppt, um dort unter oft entsetzlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten.
Die Razzia in Rotterdam war eine der größten Menschenjagden, die das nationalsozialistische Regime in Deutschland jemals durchgeführt hat. Die Widerstandszeitung Vrij Nederland reagierte schockiert und schrieb am 14. Dezember 1944: „Fünfzigtausend Niederländer ließen sich wie Schafe abführen und ebenso viele Frauen mussten zusehen, wie ihre Männer und Söhne wehrlos zu Hitlers Schlachthaus geführt wurden.“. Das Projekt „Journey of the Razzia“ basiert auf gefilmten Zeugenaussagen von Männern, die die Razzia und die anschließende Reise miterlebt haben, um eine Lücke in der Geschichtsschreibung zu schließen und unter dem Thema „Der Handlungsspielraum eines Individuums in einer Gesellschaft unter Druck“ Einblicke in die Ereignisse zu geben
Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daaropvolgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".De getuigenissen in Reis van de Razzia zijn gedaan door mannen die nu gemiddeld 87 jaar oud zijn en indertijd, eind 1944, tussen de 17 en 21 jaar oud waren. In de getuigenissen van deze jongens valt te horen wat hun overkomen is tijdens de oorlogsjaren en wat hun handelingsruimte was ten tijde van de razzia. Maar ook hoe de ervaring van de reis van de razzia, naar Duitsland en Oost-Nederland, hun verzelfstandiging in de hand heeft gewerkt.Na de bevrijding pakten de jongens de draad weer op, in een groot aantal gevallen nog onderbroken door de politionele acties in Indonesië. Maar uiteindelijk kregen ze een eigen leven, een eigen gezin, in een Nederland dat volop in het teken stond van de wederopbouw.Het project bestaat uit 76 interviews. Ieder interview is beschikbaar als afzonderlijke dataset met een eigen Persistent Identifier. Iedere dataset is als volgt opgebouwd: Bestand .docx-bestand is de transcriptie in Word. Bestand _3, indien aanwezig, bevat een beschrijving van de route die geïnterviewde heeft afgelegd.* Soms heeft de geïnterviewde aanvullende informatie, zoals foto's of een (eerder geschreven) verslag, beschikbaar gesteld. Deze informatie is dan opgenomen als _data en/of _fotobestand in de desbetreffende dataset. De inhoud wordt beschreven in het opmerkingenveld van de dataset.