De boerderij aan de Provinciale weg 3 te Uitgeest, beter bekend als het Kooghuis, is eerder het onderwerp van onderzoek geweest. De onderbouwing van de ouderdom bleef echter onduidelijk.
Om aanvullende inzichten te krijgen is een aantal boormonsters genomen voor dendrochronologisch onderzoek. De boerderij bestaat uit een dubbele stolp waaruit negen boormonsters genomen zijn; zes monsters uit het noordelijk vierkant en drie uit het zuidelijke vierkant. Het noordelijke vierkant is uniform samengesteld uit zilverspar (Abies alba Mill.). Voor het zuidelijke vierkant is zowel hergebruikt eikenhout (Quercus spp.) gebruikt als zilverspar. Tenslotte is uit het woonhuis één boorkern genomen uit een grenen (Pinus sylvestris L.) moerbalk.
Uit de metingen voor zilverspar kunnen enkele middelcurven samengesteld worden; M1, M2, M4 en M6 vormen samen de middelcurve 25.090.M01. M5 en M7 blijken uit dezelfde boom afkomstig en hiervoor is de boom-middelcurve 25.090.B01 gemaakt, die samen met M3 de middelcurve 25.090.M02 vormt. Beide middelcurven kunnen in 1726 gedateerd worden, hoewel de resultaten voor 25.090.M02 niet buitengewoon sterk zijn. Aanvullend onderzoek door dr. W. Tegel kan deze positie wel bevredigend onderbouwen.
Bij deze monsters is de wankant aanwezig, of er mist er een enkele jaarring als gevolg van verwering. Hiermee kunnen kapinterval tussen de herfst/winter van 1724/25 en 1726/27 vastgesteld worden. Het bouwjaar voor de dubbele stolp ligt waarschijnlijk in 1727 of anders kort daarna.
Het hergebruikte eikenhout kan gedateerd worden in de tweede helft van 16e eeuw. Voor beide monsters kunnen kapintervallen geschat worden, rond 1594 voor M8 en rond 1568 voor M9.
De boorkern uit het woonhuis dateert in 1588. Hoewel de wankant met het blote oog aanwezig lijkt, blijkt onder vergroting dat het oppervlak aangesneden is.