Het inventariserend veldonderzoek (IVO) heeft tot doel om door middel van grondboringen het archeologisch verwachtingsmodel te verifiëren en aan te vullen met veldgegevens. Het bureau-onderzoek geeft aan, dat er archeologische resten uit het Paleo- en Mesolithicum zijn te verwachten, indien de bodem in het pleistocene dekzand intact is.Uit de veldgegevens blijkt, dat de bodemopbouw die volgens de Bodemkaart van Nederland aanwezig is, voor het terrein in details afwijkt. De percelen langs de plattelandsweg Compagniesterwijk bestaan uit zand (vermoedelijk dekzand) met daarin een min of meer goed bewaarde podzolbodem. Soms is de top van het zand verstoord maar zijn er nog wel resten van een podzol herkenbaar. Oostelijker in het terrein ligt er op het zand een moerige veenlaag, een restant van de veentontginningen vanaf de 17e eeuw. Onder het veen is het zand veelal niet meer intact.Potentieel zijn op plaatsen met intacte podzolbodem archeologische overblijfselen te vinden. In dit gebied zouden dit vooral overblijfselen uit het Paleolithicum of Mesolithicum kunnen zijn. De analyse van de zeefresiduen geeft aan dat er geen primaire aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten zijn. Gezien de afstand tussen de boorpunten is het echter zeker mogelijk dat aanwezige resten uit het Paleolithicum of Mesolithicum niet zijn gevonden.
Date: 12-04-2006 (aanvang onderzoek)
Date: 2005