Ten noorden van de Rik, in de gemeente Brielle, wordt nieuwbouw gerealiseerd.Dit vormt deelgebied 1 van het plangebied Twee Getuigen, waarvan deelgebied 2 zuidelijker ligt. De noordwestelijke hoek van deelgebied 1 valt binnen de contouren van het middeleeuwse Regulierenklooster dat hier tot in de late 16e eeuw heeft gestaan.Eerder uitgevoerd boor- en een geofysisch onderzoek hebben aangetoond dat er inderdaad resten in dit deel van het plangebied voorhanden zijn. Om de aard van deze resten vast te kunnen stellen is een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd door middel van proefsleuven. Dit onderzoek is uitgevoerd door Archol op 25 en 26 september 2018.Doel van het onderzoek is het karteren en waarderen van de aanwezige archeologische waarden. Het onderzoek dient ertoe om het voor opdrachtgever en gemeente mogelijk te maken ruimtelijke afwegingen te maken tussen alle bij de ontwikkeling van belang zijnde waarden.Gezien de te verwachten archeologische resten is daarbij een selectief en gericht sleuvenplan toegepast. Om de mogelijkheid te toetsen dat er buiten de vermoedelijke grenssloot ook nog kloosteractiviteiten een materiële neerslag zijn achtergelaten zijn er twee extra sleuven gepland buiten de eigenlijke kloosterzone. In deze beide laatste sleuven worden ook aan een van de kopse kanten kijkgaten aangelegd t.b.v. de fysischgeografische vragen. In totaal wordt hiermee 300 m2 vrij gelegd.In de kloosterzone zijn vrijwel direct onder de bouwvoor muurresten van het klooster aangetroffen. Het lijkt te gaan om muurwerk uit de 15e eeuw met een uitbreiding uit de 16e eeuw. Naast muurwerk zijn een straatje en enkele kuilen aangetroffen. In een van de kuilen werd een grote hoeveelheid bot aangetroffen. Het meeste vondstmateriaal, bestaande uit aardwerk is afkomstig van het puin boven de kloostermuren en is van later datum. Een uitzondering daarop is de vondst van een vloertegel die uit 1556 dateert. Het geheel wordt omsloten door een muur en een gracht. De begrenzing van de vindplaats (de ommuring met gracht)met resten van Regulierenklooster is in het proefsleuvenonderzoek niet exact in kaart gebracht. Op basis van de kaart van Van Deventer, de resultaten van het weerstandsonderzoek, de oriëntatie van de gracht en de afwezigheid van archeologische resten in putten 1 en 3 moet de grens van het kloosterterrein ten westen van put 3 en ten noorden van put 1 hebben gelegen.Naast restanten van het klooster zijn er in het zuiden in put 1 enkele sloten blootgelegd, waarin bouwmateriaal werd aangetroffen, mogelijk afkomstig van het klooster of van de parochiekerk van Rugge. Er zijn geen resten van middeleeuwse bewoning in het plangebied aangetroffen. De sloten worden als resten van de agrarische percelering beschouwd en zijn om die reden niet tot een vindplaats gerekend.Op basis van de herinneringswaarde en de inhoudelijke en fysieke kwaliteit is het noordwesten van het plangebied met de resten van het voormalig Regulierenklooster tot behoudenswaardige vindplaats bestempeld. Geadviseerd wordt tot behoud in situ. Behoud in situ is mogelijk door inpassing van behoudenswaardige zones, bijvoorbeeld als groenstroken, binnen de bouwplannen. Tevens is behoud in situ mogelijk door een archeologievriendelijke wijze van bouwen binnen dergelijke zones: bijvoorbeeld de bouw op (bovengrondse) ophogingspakketten die de archeologische resten beschermen of op een fundering van heipalen met een beperkte verstoring van deze resten. Een kanttekening bij deze laatste optie is dat de vele bouwresten in de ondergrond een belemmering voor de heiwerkzaamheden kunnen vormen. Wanneer in situ behoud niet tot de mogelijkheden dient de vindplaats Regulierenklooster ex situ behouden te worden.Het deel van het plangebied buiten de vindplaats regulierenklooster kan op basis van het proefsleuvenonderzoek worden vrijgegeven.