In een plangebied aan de Oude Koningstraat te Puiflijk, gemeente Druten (provincie Gelderland), is de nieuwbouw van vier woningen gepland. De bodem van het daartoe beoogde terrein bestaat uit een akkerlaag op zandige rivierafzettingen op de flank van een rivierduin.In maart 2001 is door RAAP een archeologisch karterend en waarderend booronderzoek uitgevoerd in het plangebied (De Boer 2001). Daaruit bleek dat de bodem een bouwvoor bevat die in dikte varieert tussen 15 en 85 centimeter, met daaronder een gebioturbeerde laag met een dikte variërend van 10 tot 125 centimeter met daarin archeologisch materiaal en overgaand in het bruingele zand van de C-horizont. In alle boringen die in het toenmalige plangebied, waarvan het huidige het noordelijke deel is, zijn gezet (totaal 38, in het huidige plangebied tien) is archeologisch materiaal gevonden.Naar aanleiding hiervan werd geadviseerd om een waarderend veldonderzoek middels proefsleuven te laten uitvoeren. Voor dit proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld, dat in mei 2014 door mw. drs. E. van der Linden van ArcheoFocus voor de gemeente Druten is goedgekeurd (Diependaal 2014). Het voorliggend onderzoek is uitgevoerd op basis van dat PvE.Het veldwerk voor het proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd op 24 juni en op 26 november 2014. Er zijn vier werkputten van 20 x 4 meter aangelegd conform het PvE (het deel van het terrein waar de meest noordelijke werkput is aangelegd was eerst met een graafmachine niet toegankelijk en is in november 2014 uitgevoerd). In totaal is daarmee een oppervlak van circa 320 vierkante meter gedocumenteerd. De maximale diepte van het onderzoek bedraagt 125 centimeter beneden maaiveld.Tijdens het veldwerk zijn geen archeologische grondsporen waargenomen. In het noordelijke deel van het plangebied zijn wel enkele banen met leisteenpuin aangetroffen. Er zijn geen structuren herkend en de puinbanen waren soms direct onder de bouwvoor in de opgebrachte laag al zichtbaar en hadden verschillende dieptes. Er is wat mortel, veel stukken leisteen en enkele stukken romeinse dakpan in deze banen gevonden. De meeste vondsten die zijn gedaan, zijn puntvondsten en dus niet afkomstig uit grondsporen; ze zijn voornamelijk afkomstig uit een (opgebrachte) akkerlaag. In deze laag is zowel romeins materiaal als later materiaal aangetroffen.Gebaseerd op de resultaten van het veldwerk is een archeologische waardebepaling voor de locatie opgesteld. Hieruit blijkt dat de locatie niet behoudenswaardig is. Daarom wordt geadviseerd om in het plangebied geen verder archeologisch onderzoek te laten uitvoeren.
