Laagland Archeologie heeft in februari 2023 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Koningin Emmastraat (ong.) te Terborg. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de geplande bouw van nieuwe woningen.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Op basis van het bureauonderzoek ligt het plangebied binnen de bebouwing van Terborg, vermoedelijk oorspronkelijk binnen een zone met meanderruggen en -geulen. Het bodemprofiel is vermoedelijk deels verstoord. Vanaf de topografische kaart van 1988 stond er bebouwing aangegeven in het noordwestelijke en zuidoostelijke plangebied. De bebouwing bestond uit huizen in een rij of flatgebouwen. Vanaf de topografische kaart van 2011 staan deze gebouwen niet meer aangegeven.In de omgeving van het plangebied zijn geen archeologische resten geregistreerd. Landschappelijk gezien kunnen er echter archeologische resten vanaf het Laat-Paleolithicum worden aangetroffen. Wel kan het pleistocene landoppervlak zijn geërodeerd. Omdat de oeverafzettingen waarschijnlijk na 600 na Chr. dateren, zijn archeologische resten vanaf de Vroege Middeleeuwen te verwachten. In historische tijden (vanaf circa 1832) werd het terrein omschreven als weiland.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat onder subrecent opgebrachte grondlagen Holocene oeverafzettingen-op-Pleistocene rivierafzettingen of alleen Pleistocene rivierafzettingen liggen. De oeverafzettingen waren sterk roestig en vertegenwoordigen vrij natte omstandigheden. In boring 4 was de ondergrond bovendien afgetopt en waren de Holocene afzettingen en/of horizonten met bodemvorming verdwenen. Voor de ontwikkeling van de woonwijk in het gebied waartoe het plangebied behoort, behoorde het tot een groot gebied in het dal van de Oude IJssel dat lange tijd in gebruik was als weiland. Het terrein is flink opgehoogd ten behoeve van de aanleg van de woonwijk. Om die redenen is de archeologische verwachting laag.Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans klein dat het plangebied archeologische sporen bevat.Om deze reden adviseren we geen vervolgonderzoek uit te voeren en het plangebied vrij te geven.De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Oude IJsselstreek, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw A. Lugtigheid (Regionaal archeoloog Achterhoek).Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).