Op 17 december 2007 verleende Agel Adviseurs aan BILAN opdracht voor een archeologisch bureauonderzoek van het plangebied “Lage Mierdseweg 6a” te Esbeek in de gemeente Hilvarenbeek (provincie Noord-Brabant). De aanleiding voor het onderzoek was de voorgenomen uitbreiding van een bedrijfspand. Hierbij zullen bodemverstorende activiteiten plaatsvinden waardoor een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Dit onderzoek bestond uit een bureauonderzoek, waarbij de archeologische verwachting van het plangebied werd vastgesteld. Op basis van het bureauonderzoek werd een aanbeveling geformuleerd voor eventueel vervolgonderzoek.Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied een hoge archeologische verwachting heeft. Deze is te relateren aan de landschappelijke en bodemkundige situatie van het plangebied, de ligging van het plangebied op een dekzandrug en het voorkomen van hoge zwarte enkeerdgronden.Het plangebied was tot het begin van de eenentwintigste eeuw onbebouwd en in gebruik als akkerland en braakliggend. In het begin van de eenentwintigste eeuw is een bedrijfspand in het plangebied gebouwd.De verwachting is dat de bodem vanwege de beschermende werking van het esdek, en dus mogelijke aanwezige archeologie, onverstoord zal zijn.De verwachting bestaat dat in het plangebied menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden vanaf het Neolithicum tot en met de late Middeleeuwen. In de omgeving van het plangebied zijn tijdens eengrootschalig onderzoek verschillende fragmenten aardewerk in boringen aangetroffen die gedateerd worden tussen het Neolithicum en de late ijzertijd en de late Middeleeuwen.Op basis van het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied een hoge archeologische verwachting heeft. Er zijn bodemverstorende activiteiten gepland, reden waarom de hoge verwachting getoetst dient te worden met een veldonderzoek in de vorm van een inventariserend karterend booronderzoek.Op basis van de resultaten van het booronderzoek blijft de archeologische verwachting van het plangebied hoog. Onverstoorde en deels onverstoorde bodemprofielen werden in de boringen aangetroffen, evenals archeologische indicatoren in de vorm van houtskool en aardewerk. Dit aardewerk is gedateerd van de late bronstijd tot en met de vroege Romeinse tijd (1200 v.C. – 100 n. C.). Op basis van de resultaten wordt een vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van proefsleuven.Dit selectieadvies moet, voordat bodemverstorende activiteiten plaatsvinden, door de verantwoordelijke overheid worden beoordeeld en onderschreven in een selectiebesluit.

BAAC - BILAN RAPPORT 2010/B1506