Nistelrode, Delst 40

DOI

In opdracht van Econsultancy BV heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Delst 40 in Nistelrode (gemeente Bernheze). In het plangebied zal een woonhuis met tuin aangelegd worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Uit de landschappelijke ligging, op de rand van de Peelhorst, blijkt dat het plangebied vanaf het Laat- Paleolithicum een geschikte locatie is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Daarom kunnen in het hele plangebied archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. Als er in het verleden echte sterke kwel heeft plaatsgevonden in het plangebied is de archeologische verwachting echter laag. De archeologische resten kunnen voorkomen onder de eerdlaag en in de top van de oorspronkelijke C- horizont. De vondstenlaag is opgenomen onderin de eerdlaag; hier wordt ook wel van ‘cultuurlaag’ gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen de eerdlaag en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool. Archeologische sporen kunnen zich bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. Organische resten en bot zullen mogelijk door de natte (en relatief base) omstandigheden goed zijn geconserveerd. Andere type indicatoren (aardwerk) zijn waarschijnlijk matig goed geconserveerd. Het complextype en de omvang van eventuele archeologische resten kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens.Tijdens het booronderzoek is het verwachte humeuze dek aangetroffen, met hieronder dekzand, waarin op enkele plaatsen resten van een podzolbodem zijn aangetroffen. Hierin kunnen in theorie restenverwacht worden uit de periode tussen het Laat-Paleolithicum en de 13e eeuw. Vanwege de hoge grondwaterspiegel als gevolg van kwel is de kans op bewoningssporen echter gering. In het humeuzedek kunnen in theorie resten uit de 13e eeuw verwacht worden, maar de kans hierop is klein. Aan of direct onder het maaiveld kunnen zich resten uit de periode hierna bevonden hebben, maar deze zijn waarschijnlijk verloren gegaan door verploeging.ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-X67-K66A
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-X67-K66A
Provenance
Creator J. Holl; R. van der Zee
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J.W. Beestman; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact J.W. Beestman (ADC)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 200746; 6825; 6397; 798; 3631
Version 1.0
Discipline Humanities