Het plangebied is niet op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) geregistreerd, noch zijn uit het plangebied archeologische vondsten bekend (geen registraties van vondsten in de archeologische database ARCHIS). Volgens de beleidskaart van de gemeente Winsum is binnen het plangebied een hoge verwachting voor de aanwezigheid van archeologische resten. Door de aanwezigheid van wierden en historische boerderijplaatsen in de directe omgeving wordt deze hoge verwachting bevestigd. Uit het historisch kaartmateriaal blijkt dat het plangebied grotendeels enkel als weiland in gebruik is geweest. Dit betekent dat eventuele archeologische resten niet zijn aangetast door bouwactiviteiten. Op basis van bovenstaande informatie wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten hoog geacht. Derhalve dient binnen het plangebied een archeologisch booronderzoek met oppervlakte kartering te worden uitgevoerd. Het booronderzoek dient te bestaan uit ten minste twaalf boringen met een onderlinge afstand van 50 meter. Ter plaatse van de huidige waterpartij hoeven geen boringen te worden gezet. De boringen dienen tot minimaal 100 cm onder maaiveld te worden doorgezet en dienen te worden gezet met een 3 cm gutsboor. Eventueel mag de bouwvoor met een Edelmanboor worden doorboord. Tijdens het booronderzoek dient te worden gelet op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerk, botmateriaal, oud puin onder de bouwvoor, fosfaat en oude akkerlagen. Wanneer waarnemingen in het veld (zichtbaar reliëf of aanwezigheid van archeologische indicatoren) daartoe aanleiding geven, dient het boorgrid plaatselijk verdicht te worden naar één boring per 25 m. Wanneer hieruit blijkt dat inderdaad sprake is van een (tot nu toe onbekende) vindplaats, dan dient het boorgrid nogmaals verdicht te worden tot één boring per 10 m. Tijdens de veldkartering dient binnen het gehele plangebied een visuele inspectie plaats te vinden. Hierbij dient te worden gelet op het aan het maaiveld voorkomen van archeologische resten. Indien de zichtbaarheid wordt belemmerd door begroeiing (bijvoorbeeld in grasland), dan dienen ontsluitingen zoals slootkanten en molshopen te worden geïnspecteerd.
Date: 15/09/2015