In opdracht van de Stichtse Rijnlanden is door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud BV een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van een nieuwe wandel- en onderhoudspad langs de Kromme Rijn tussen Odijk en Werkhoven. Het plangebied kent in de huidige situatie een agrarisch grondgebruik. De aanleg van het pad kan eventueel aanwezige waarden in de ondergrond aantasten. Op basis van het bureauonderzoek werd geconcludeerd dat het gebied een hoge archeologische verwachting heeft op het aantreffen van sporen uit de periode van de IJzertijd, de Romeinse tijd en de middeleeuwen. Eventuele resten uit oudere perioden worden niet uitgesloten. Het booronderzoek heeft aangetoond dat het plangebied zich in een verland deel van de stroomgeul (riviervlakte) van de Kromme Rijn bevindt. Meer in westelijke richting bevindt zich de oude hoge oeverwal. De ligging van het gebied zal, gezien de hoge grondwaterstanden, in het verleden niet bijzonder aantrekkelijk zijn geweest voor bewoning. Hiervoor zal men liever de nabij gelegen hogere delen meer ten het westen van het gebied hebben geselecteerd. Op basis van de resultaten van het booronderzoek, kan worden geconcludeerd dat de kans dat er zich binnen het onderzochte deel van het geplande tracé nederzettingsresten bevinden nihil is. Door de roering van de rivier zijn daarnaast ook geen restanten te verwachten van activiteiten die verband houden met gebruik van de rivier vanaf de oeverwal. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek -Archeologisch vervolgonderzoek wordt voor het onderzochte deel van het tracé niet noodzakelijk geacht. Tevens geldt dat wanneer bij iedere uitvoering onverhoopt grondsporen en/of vondsten worden aangetroffen, hiervan direct melding dient te worden gemaakt bij de provinciaal archeoloog.