Laagland Archeologie heeft op 19 en 20 september een Inventariserend veldonderzoek - proefsleuven uitgevoerd aan de Wethouder Tieckenstraat 23-25 te Angerlo, gemeente Zevenaar (GD). Op het terrein is eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Tijdens het booronderzoek is er een plaggendek aangetroffen waarin grijsbakkend aardewerk is aangetroffen. Onder het plaggendek waren afzettingen van een rivierduin aanwezig. Op basis van dit onderzoek is voor het plangebied de hoge archeologische verwachtingswaarde, zoals vooraf op de gemeentelijke waardenkaart was aangegeven, in stand gebleven. Daarom is door het bevoegd gezag besloten dat er een aanvullend onderzoek dient plaats te vinden in de vorm van een Inventariserend veldonderzoek – proefsleuven.Het onderzoek had tot doel om vast te stellen of binnen het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig zijn en om deze vindplaatsen te waarderen. En diende antwoord te geven op de in het PvE opgestelde onderzoeksvragen.Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn er in totaal 32 spoornummers uitgedeeld. Alle sporen waren aanwezig in de top van het rivierduinzand en bevonden zich aan de zuidzijde van de proefsleuven. Deze sporen bestonden uit paalsporen en kuilen. Op basis van kleur, begrenzing en de aanwezigheid van een zeer klein fragmentje handgevormd aardewerk kunnen twee paalkuilen en een kuil mogelijk gedateerd worden in de Prehistorie maar dit is vrij onzeker. De overige sporen kunnen in de Nieuwe tijd laat worden gedateerd, vermoedelijk kunnen deze gekoppeld worden aan de bebouwing die rond 1693 in het plangebied al aanwezig was. De grote hoeveelheid handgevormd aardewerk dat is aangetroffen in de lagen verspoeld rivierduinzand liggen daar in een secundaire context, vrijwel zeker is dit een gevolg van erosie van een vindplaats die zich op de noordelijke rand van het rivierduin bevond.Door het ontbreken van voldoende daterend materiaal is het moeilijk om het volledige vondstcomplex te dateren. Op basis van beperkte kenmerken lijkt het vondstmateriaal uit het Laat Neolithicum, de Vroege of de Late Bronstijd te dateren.Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek en de KNA-waarderingscriteria is er geen behoudenswaardige vindplaats aangetroffen. Geadviseerd wordt om geen verder onderzoek uit te voeren en het plangebied wat betreft het aspect archeologie vrij te geven.Dit advies is overgenomen door de gemeente Zevenaar, hierin vertegenwoordigt door haar adviseur S. Diependaal.