IDDS Archeologie heeft van 30-1 t/m 03-02 2023 een Opgraving - variant Archeologische Begeleiding, uitgevoerd aan de Vaartsluisweg in Almere, gemeente Almere. Het ging om een begeleiding van het graven van een leidingsleuf ter hoogte van het uittredepunt van een gestuurde boring. In dit plangebied werd op basis van het vooronderzoek een opduiking van de afzettingen van Wormer verwacht, wat kan duiden op de aanwezigheid van bijvoorbeeld een oever en daarmee een aantrekkelijke locatie voor bewoning of kampjes uit het Neolithicum.
Het onderzoek betreft een opgraving (variant archeologische begeleiding). De vraagstelling is gericht op het inzicht verschaffen in de archeologische relicten in het plangebied. De doelstelling van een opgraving (variant archeologische begeleiding) is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden.
Gedurende het onderzoek is een werkput (WP1) aangelegd van ca. 45 m lengte bij een maximale breedte van ca. 5,8 m (bijlage 4). Op deze manier zijn de graafwerkzaamheden bij het uittredepunt begeleid vanaf de noordelijke diepe ontgraving tot ca. 3,5 m -mv tot 2 m -mv in het overige deel van de werkput en tot zo’n 12 m voorbij boorlocatie 5 – waar de opduiking van de afzettingen van Wormer verwacht werd.
Op een diepte vanaf 3,5 m -mv (7,6 m -NAP) zijn vermoedelijk de afzettingen van het Laagpakket van Wormer aangetroffen. Deze zijn afgedekt met een dik gelaagd detritusveenpakket van de Flevomeer Laag (aanwezig vanaf 1,2 m -mv; 5,1 m -NAP), die tijdens het vooronderzoek niet herkend lijkt te zijn. Bovenop dit pakket werd de gelaagde klei van de Almere Laag waargenomen. De top van deze laag bevindt zich op ca. 70 cm -mv (5 m -NAP). Vanaf 40 cm -mv (4,7 m -NAP) werd een ca. 30 cm dikke laag licht zandige klei met schelpenlaagjes aangetroffen, met in de top grote droogtescheuren, die als de Zuiderzee Laag is geïnterpreteerd. Aan het maaiveld was een pakket recente ophogingen aanwezig.
De verwachte top van het Laagpakket van Wormer vanaf een diepte van ongeveer 6,2 m -NAP (1,7 m -mv) is tijdens het veldonderzoek niet aangetroffen ter hoogte van boring 5. Het is niet uitgesloten dat de bovenzijde van deze laag op grotere diepte wel aanwezig is, maar daarbij is het de vraag of er dan nog sprake is van een opduiking van dit pakket. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten of een opduiking van de top van de afzettingen van Wormer zijn in het plangebied niet waargenomen.
IDDS Archeologie adviseert om de overige werkzaamheden in het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden. Dit advies is (per e-mail) goedgekeurd door de bevoegde overheid, in dit geval de adviseur archeologie van de gemeente Almere (dhr. W. Smith).