Ravenwaaijsesteeg 20, Gemeente Buren. Bureau- en Inventariserend Veldonderzoek, verkennend booronderzoek

DOI

Inleiding. Synthegra B.V. heeft in opdracht van XXXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Ravenswaaijsesteeg 20 te Ravenswaaij. Het onderzoek wordt begrensd door landbouwgrond in het westen, oosten en zuiden en grasland in het noorden. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van de huidige bedrijfshal en bouw van twee woningen. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 3620 m2 met een maximale diepte van 2,5 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek. Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Het plangebied ligt op een kalkrijke tot kalkloze poldervaaggrond met licht klei en (zware) zavel. Verder ligt het gebied op een rivieroeverwal en/of rivierkom en oeverwalachtige vlakte. Op basis van boringen en onderzoeken in de buurt en de verwachtingskaart van de gemeente Buren kunnen in het gebeid ook crevasse afzettingen aanwezig zijn. Op basis van de verwachte afzettingen en de diepte van het verwachte Pleistocene zand kan de verwachting voor resten uit het Laat Paleolithicum en Mesolithicum naar laag worden bijgesteld. Het Pleistocene zand bevindt zich op minimaal 6 meter beneden maaiveld. Er zal maar tot twee meter verstoord worden, waardoor deze afzettingen niet in gevaar komen. Bovendien zijn in de omgeving geen gegevens bekend over resten uit deze perioden. Op basis van de ouderdom van de afzettingen kan de verwachting voor resten uit het Neolithicum tot en met de Late IJzertijd naar laag worden bijgesteld. De stroomgordel van de Ravenswaaij die door het gebied heeft gestroomd kent een start van haar activiteit rond circa 100 v.chr. Hierdoor lijkt de kans erg laag dat er resten van voor 100 v. chr. In deze afzettingen aanwezig zullen zijn. Daarom geldt voor deze periode een lage verwachting. Voor resten uit de Late IJzertijd tot en met de Romeinse Tijd geldt op basis van het bureauonderzoek een hoge verwachting. In het gebied zijn meerdere resten bekend uit deze perioden, voornamelijk uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Daarnaast geldt op basis van de verwachtingskaart van de gemeente Buren een hoge verwachting voor resten uit deze periode, omdat er in het gebied crevasse afzettingen worden verwacht van de rivier de Ravenswaaij. Al deze gegevens bij elkaar zorgen voor de eerder genoemde hoge verwachting. Op basis van de historische situatie van het gebied kan de verwachting voor resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd naar laag worden bijgesteld. In het gebied is tot halverwege de 20e eeuw geen bebouwing bekend. Daarnaast heeft het gebied een lage verwachting voor resten uit deze perioden op basis van de verwachtingskaart van de gemeente Buren. Bodemgaafheid: de verwachting is dat het gebied rondom de huidige bebouwing een intact bodemprofiel zal bevatten. Onder het gebouw is dit echter de vraag. Archeologische interpretatie veldonderzoek. Er is een intact bodemprofiel aangetroffen, er is sprake van kom- op oeverafzettingen, met in één boring crevasse afzettingen. De komafzettingen waren erg stevig, maar deze waren ook al vanaf het maaiveld te vinden, of lagen direct onder de bovenste laag. De rest was matig stevig. Hierdoor is het mogelijk dat deze lagen langdurig aan zuurstof zijn blootgesteld (rijping). Er zijn echter geen indicatoren voor menselijke activiteit aangetroffen. Over het gehele plangebied zijn komafzettingen (klei) op oeverafzettingen (zand tot zandige klei) aangetroffen, over het algemeen rond dezelfde diepte. In twee boringen (3 en 4) zijn onder de oeverafzettingen nog komafzettingen aangetroffen. De komafzettingen bevinden zich in andere boringen dan ook onder de oeverafzettingen, maar dieper dan 3 meter. In boring 4 zijn crevasse afzettingen aangetroffen in de vorm van zandige en venige lagen. Uit het booronderzoek blijkt dat er geen archeologische resten of indicatoren zijn gevonden, die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/KW8RO0
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/KW8RO0
Provenance
Creator Van Essen, T.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor E. Krist; Van Essen T.; Stevens F.
Publication Year 2022
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact E. Krist (Synthegra BV.)
Representation
Resource Type Dataset
Format audio/midi; application/vnd.mif; application/pdf
Size 288; 2; 540; 593; 3428722
Version 2.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Leusden