Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Zuwe 20 te Kortenhoef. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van 3 gebouwen waaronder een hotel met verdiepte parkeergarage.
De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 3000 m2 met een diepte van circa 3 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
De natuurlijke bodemtype in het plangebied is intact gebleken. Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen zoals haardkuilen en bevinden zich in de bovengrond van de oorspronkelijke podzolgrond. Uit de boringen blijkt dat deze podzol intact is en dus onderschrijft deze verkenning de hoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het paleo- en mesolithicum. Bovenop het dekzand is een veenpakket aangetroffen. In tegenstelling tot de verwachting n.a.v. het bureauonderzoek, is de verenafzetting binnen het plangebied niet afgegraven. De aanwezigheid van een veenmoeras wordt door de boringen bevestigd. Op basis hiervan geldt een lage archeologische verwachting voor de periode vanaf het neolithicum tot aan de nieuwe tijd. Bovendien is de top van de veenlaag verstoord (circa 50 cm tot 1 meter beneden maaiveld), gezien er een ophoog/puinlaag is aangetroffen. In zowel het veen als de verstoorde toplaag zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, hetgeen deze lage verwachting extra onderschrijft.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag nader archeologisch onderzoek geadviseerd. Op basis van de resultaten van het booronderzoek is mogelijk een archeologische vindplaats in het plangebied aanwezig. Wanneer de geplande graafwerkzaamheden dieper reiken dan 3 m beneden maaiveld kunnen eventueel aanwezig archeologische resten verloren gaan en is vervolgonderzoek noodzakelijk. Ter plaatse van de huidige bebouwing is dit niveau waarschijnlijk nog intact en kunnen onder de bebouwing nog grondsporen aanwezig zijn.
Wij adviseren een vervolgonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek (IVO-K). Aangezien er een hoge verwachting is op middelgrote vuursteenvindplaatsen met een lage vondstdichtheid, wordt boormethode A4 geadviseerd in lijn met de KNA . Deze methode houdt in dat er een Edelmanboor met diameter van 15cm gebruikt wordt met een boorgrid van 8 x 10m in combinatie met een 3mm zeef om te onderzoeken of er in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig zijn.
Bovenstaande vormt een selectieadvies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit advies nog niet betekent dat in deze fase van het vergunningsverleningstraject reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek dienen vooraleerst te worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Wijdemeren). Deze neemt een definitief selectiebesluit aangaande de vrijgave van het plangebied voor verdere ontwikkeling zoals omschreven in de vergunningsaanvraag.
Er is getracht een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra wil de opdrachtgever er daarom op wijzen dat indien tijdens de werkzaamheden een (mogelijke) archeologische vondst wordt gedaan, dan geldt de wettelijke meldingsplicht zoals omschreven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet bij de minister. Uit praktisch oogpunt kan een dergelijke toevalsvondst bij de gemeente worden gemeld.