In opdracht van de Nederlandse Spoorwegen Railinfrabeheer Managementgroep Betuweroute (NS-RIB MGBR) heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in de gemeente Elst een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) uitgevoerd in het tracé van de Betuweroute. Het object van onderzoek was een terrein in de nabijheid van Elst, ten noorden van de Wolfhoeksestraat en direct ten westen van de spoorlijn Arnhem-Nijmegen (toponiem: Boog G-Noord).Voorafgaand aan het AAO is op het terrein - eveneens in opdracht van de NS-RIB MGBR - een archeologisch booronderzoek verricht door de Stichting Regionaal Archeologisch Archiverings Project (RAAP). De vondsten uit dit vooronderzoek wezen op activiteiten in de IJzertijd (ca. 700-12 v. Chr.). Daarbij werd vooral gedacht aan een kleine nederzetting, mogelijk één huisplaats.Het doel van het AAO was het verkrijgen van aanvullende informatie voor een definitieve waardering van deze vindplaats. Op grond daarvan kan beslist worden of de vindplaats in aanmerking komt voor opgraving of fysieke bescherming, dan wel kan vervallen.Tijdens het AAO werden met de machine tien zoeksleuven van 2 x 10 meter aangelegd. Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor een grotere omvang van vindplaats 43 dan in het RAAP-rapport is vermoed, noch voor een zogenaamd archeologisch landschap tussen de vindplaatsen 43 en 26 (Elst Ressen).