In opdracht van de gemeente Schiedam is in het plangebied Gat van Mak te Schiedam (in de gelijknamige gemeente) door het Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam (BOOR) een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen uitgevoerd. Het plangebied is weergegeven in afbeelding 1. Op basis van een eerder uitgevoerd bureauonderzoek is gebleken dat er binnen het plangebied mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn (Schoonhoven 2007). De eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen door de voorgenomen bodemingrepen worden aangetast of vernietigd zodat een verkennend inventariserend veldonderzoek noodzakelijk was. Het plan van aanpak van een archeologisch onderzoek bestaat in de regel uit drie stappen. Stap 1. De inventarisatie van archeologische waarden. Een inventarisatie bestaat doorgaans uit het uitvoeren van een bureauonderzoek gevolgd door een inventariserend veldonderzoek. Bij een inventariserend veldonderzoek kan onderscheid gemaakt worden in een verkennende, een karterende en waarderende fase. Stap 2. De selectie van behoudenswaardige archeologische vindplaatsen en advisering over het beleid ten aanzien van vindplaatsen. Stap 3. De documentatie van behoudenswaardige, maar niet in situ te handhaven, vindplaatsen. Het voorliggende rapport bevat het verslag van de eerste fase van het archeologisch vooronderzoek, namelijk het verkennend inventariserend veldonderzoek. Het veldonderzoek is uitgevoerd door middel van grondboringen. Tijdens het veldonderzoek zijn de opbouw en mate van gaafheid van de bodem bepaald en de mogelijke aan- of afwezigheid van archeologische waarden geïnventariseerd. Op basis van de resultaten zijn aanbevelingen gedaan ten aanzien van de omgang met aanwezige archeologische waarden en archeologische verwachtingen binnen het plangebied Gat van Mak te Schiedam.
Een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen