De onderzoekslocatie ligt op een dekzandrug die op het noordoostelijke deel overgaat in een vlakte van verspoelde dekzanden. Op de onderzoekslocatie worden laarpodzolgronden verwacht. Het archeologisch niveau ligt in deze gronden direct onder het eerddek. De locatie heeft een hoge trefkans op intacte archeologische sporen uit de periode Neolithicum – Nieuwe Tijd. Voor archeologische sporen uit de periode (Laat-)Paleolithicum – Mesolithicum geldt een lage trefkans. In de omgeving is een aantal archeologische proefsleuvenonderzoeken uitgevoerd waarbij geen aanwijzingen zijn gevonden voor de aanwezigheid van een nederzettingsterrein.Wel is in de omgeving van de onderzoekslocatie een aantal vuursteenvondsten gedaan die duiden op een (tijdelijke) nederzettingslocatie. Deze vondsten zijn gedaan in het beekdal ten noorden van de onderzoekslocatie.Tijdens het verkennend booronderzoek zijn op de onderzoekslocatie laarpodzolgronden aangetroffen die in vari¨erende mate zijn aangetast door vergraving. Op het noordwestelijke en zuidoostlijke deel is het archeologisch niveau niveau vergraven door het gebruik als respectievelijk boerenerf en opslagterrein met grondhopen.Ook langs de westgrens van de onderzoekslocatie is het archeologische niveau vergraven door onbekend oorzaak. Deze delen hebben een lage archeologische trefkans. Op deze delen zullen alleen eventuele diepere sporen zoals bijvoorbeeld waterputten en misschien paalgaten bewaard zijn gebleven. Voor het overige deel van de onderzoekslocatie blijft een middelhoge tot hoge trefkans op intacte archeologische sporen en/of resten bestaan. Op de delen met middelhoge tot hoge trefkans is een vervolgonderzoek noodzakelijk om te bepalen of er sprake is van een archeologische vindplaats.

Issued: 2011-08-01