Barneveld Scherpenzeelseweg 114 Booronderzoek

DOI

In opdracht van Midden Nederland Makelaars heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Scherpenzeelseweg 114 in Barneveld (gemeente Barneveld). In het plangebied zal een nieuwe kippenstal worden gebouwd. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Op basis van het bureauonderzoek werden in het plangebied beekeerdgronden verwacht. Dit soort bodems komen met name voor in de natte delen van de zandgronden. Normaliter zijn deze gebieden ongunstig voor bewoning, maar desondanks kunnen in het plangebied archeologische resten verwacht worden.In het hele plangebied kunnen direct aan of onder het maaiveld archeologische resten worden verwacht uit perioden vanaf het Laat Paleolithicum. Het vondstniveau wordt verwacht in de eerste ca. 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen, waterputten etc.) worden binnen ca. 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De verwachte archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren.Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd. Volgens het bureauonderzoek werden binnen het plangebied beekeerdgronden op dekzand verwacht. Alleen in boring 3 zijn sporen aangetroffen die wijzen op een mogelijk in het verleden aanwezige eerdlaag. In de overige boringen bestaat het profiel uit een donker bruine bouwvoor (A-horizont), met daaronder een verstoorde laag met puinresten en materiaal afkomstig uit de C-horizont (dekzand). De onderste aangetroffen laag bestaat uit het zogenaamde moedermateriaal (i.e. een laag die niet veranderd is door bodemvormende processen; C-horizont). Door de mate van de verstoring van de bodemis het niet mogelijk gebleken om een goede interpretatie te maken met betrekking tot het aanwezige bodemtype in het plangebeid. Eventuele aanwezige archeologische resten zijn door onbekende bodemverstoringen vernietigd en niet meer aanwezig in situ. Bovendien zijn tijdens het karterend booronderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische resten in de bodem. Tijdens het veldonderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in de bodem.ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.

Scherpenzeelseweg 114 te Barneveld

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-272-7DAA
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-272-7DAA
Provenance
Creator ADC ArcheoProjecten; Huizer, J.; Rooij, J.A.G. van; Lohof, E.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.H. Veer, van 't; Veer, R.H. van 't; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2010
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact R.H. Veer, van 't (Vrije Universiteit Amsterdam)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 7301; 7700; 1108; 4484; 731721
Version 2.1
Discipline Humanities