IDDS Archeologie heeft in juli 2024 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd aan de Rijndijk 7a in Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Alphen aan den Rijn. De doel- en vraagstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Met het inventariserend veldonderzoek wordt deze verwachting getoetst en zo nodig aangevuld.Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen op de oeverwal van de Oude Rijn en mogelijk deels rivierkomvlakte. In dit gebied kunnen sporen uit het Neolithicum tot Middeleeuwen aangetroffen worden en zullen naar verwachting mogelijke bewoningssporen betreffen. Deze resten van bewoning kunnen naar verwachting direct onder de bouwvoor en ophoogpakket op de oeverwal van de Oude Rijn aanwezig zijn. De vindplaatsen in de omgeving, waaronder een Karolingische nederzetting en de Romeinse limes, wijzen op een hoge verwachting voor het aantreffen van dergelijke sporen. De Romeinse weg is aangetroffen ten noorden van het plangebied en wordt daarom niet verwacht. Mogelijk kunnen dergelijke vindplaatsen wel aangetast of afgetopt zijn tijdens de ophoging van het plangebied. Op basis van het historisch kaartmateriaal heeft in het plangebied geen historische bebouwing gestaan en is de verwachting voor sporen uit de Nieuwe tijd laag.De ligging van het plangebied op een oeverwal kan op basis van het veldonderzoek worden weerlegd. Het gaat hier om de overgang van de uitlopers van de kleiige oeverzone naar het venige komgebied. Het dunne kleipakket over het veen betreft geen oeverwal maar een komgebied. Een crevasse die de oeverzone doorsneed, reikte tot in het plangebied met de uiterste vertakkingen. Vindplaatsen, met name uit de Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen, die geassocieerd worden met de ligging aan een crevasse worden bij deze uiterste vertakking en slappe ondergrond niet verwacht. De verwachte ophoging van het gebied is niet duidelijk herkenbaar, er is uitsluitend sprake van een dikke bouwvoor. De lage verwachting voor de Nieuwe tijd in deze bouwvoor kan behouden blijven aangezien er geen indicaties zijn aangetroffen van bijvoorbeeld een huisplaats. Het plangebied zal uitsluitend agrarisch gebruikt zijn.Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat het plangebied is gelegen in een nat deel van het landschap dat in het verleden geen gunstige omstandigheden voor menselijke bewoning of intensieve activiteiten heeft gekend. IDDS Archeologie adviseert om het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen nieuwbouw werkzaamheden