Aan de Hogenhof in de wijk Schulpkamp in de gemeente Nijkerk (provincie Gelderland) worden 14 nieuwe woningen gerealiseerd. In verband met de voorbereiding van de ontwikkeling dient het aspect archeologie te worden onderzocht. Immers, de voorgenomen bouwplannen maken herinrichting van het terrein noodzakelijk waardoor eventueel aanwezige archeologische waarden in de bodem verstoord kunnen worden. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. heeft in dit kader van de gemeente Nijkerk opdracht gekregen om een archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Dit vooronderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek. Het bureauonderzoek levert als resultaat een gespecificeerd verwachtingsmodel op voor het plangebied. Vervolgens is het verwachtingsmodel in het veld getoetst middels een verkennend en karterend booronderzoek. Bij een verkennend onderzoek wordt het bodemprofiel en de mate van bodemverstoringen in kaart gebracht. Het karterende booronderzoek heeft als doel bij het aantreffen van archeologische indicatoren of (deels) intacte bodemopbouw, de aan- of afwezigheid van archeologische waarden (een vindplaats) aan te tonen. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek zijn aanbevelingen geformuleerd voor de wijze waarop met eventueel aanwezige archeologische resten dient te worden omgegaan. Op basis van het bureauonderzoek werden binnen het plangebied archeologische sporen verwacht uit met name de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd, die vooral samen zouden hangen met de lintbebouwing langs het Hogenhof. Daarnaast kon niet worden uitgesloten dat zich hier resten en/of sporen uit eerder perioden aanwezig zouden kunnen zijn. Op basis van het veldonderzoek kan echter worden gesteld dat de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden ouder dan de Middeleeuwen laag kan worden ingeschat, omdat het bodemprofiel deels is verstoord en deels is verspoeld. Bovendien zijn geen archeologisch indicatoren uit deze periode aangetroffen. De kans op de aanwezigheid van resten vanaf de Middeleeuwen wordt echter ook laag ingeschat omdat er geen aanwijzingen zijn gevonden om de aanwezigheid van resten en/of sporen uit deze periode en uit de Nieuwe tijd te veronderstellen. Er zijn ook geen funderingen aangetroffen langs de Hogenhof. Vermoedelijk zijn dergelijke resten wel aanwezig ter plaatse van de huidige bebouwing aan de Hogenhof ter hoogte van deelgebied 2. Geconcludeerd kan dan ook worden dat de verwachtingswaarde van het plangebied laag kan worden ingeschat. Overigens dient wel opgemerkt te worden dan (resten van) diep ingegraven sporen niet kunnen worden uitgesloten. De kans hierop wordt echter laag ingeschat. Selectieadvies Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt de kans op de aanwezigheid van (intacte) archeologische waarden laag ingeschat en is nader archeologisch onderzoek niet nodig. Dientengevolge wordt aanbevolen het plangebied voor wat betreft het aspect archeologie vrij te geven. De implementatie van de bovenstaande aanbeveling is afhankelijk van het oordeel van het bevoegd gezag, in dezen de gemeente Nijkerk. Op 6 september 2010 heeft de archeologisch adviseur van het bevoegd gezag, de heer P. Schut, laten weten akkoord te gaan met de bovenstaande conclusies en aanbeveling. Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHIS-meldpunt, telefoon 033-422 7682. Een vondstmelding bij de gemeentelijk archeoloog, de heer P.Schut, kan ook. Zowel het bureauonderzoek als het veldonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1.