In opdracht van de Nederlandse Spoorwegen Railinfrabeheer Managementgroep Betuweroute (NS-RIB MGBR) heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) uitgevoerd in de gemeente Buren. Object van het onderzoek was een terrein ten noorden van rijksweg A15 in de plaats Kerk-Avezaath (toponiem: Stenen Kamer; het westelijk deel; perceelnummers 296 en 391).Voorafgaand aan het AAO is op het terrein - eveneens in opdracht van de NS-RIB MGBR - een archeologisch booronderzoek uitgevoerd door de Stichting Regionaal Archeologisch Archiverings Project (RAAP).Het doel van het AAO was het verkrijgen van aanvullende informatie voor een definitieve waardering van deze vindplaats. Op grond daarvan kan beslist worden of het terrein in aanmerking komt voor opgraving, fysieke bescherming of andere maatregelen.Tijdens het AAO werden vier proefsleuven aangelegd. Drie sleuven zijn oost-west- en één sleuf is noord-zuidgeoriënteerd. Op het onderzochte terrein zijn nederzettingssporen uit de Late Middeleeuwen aangetroffen, bestaande uit greppels, kuilen, paalkuilen en paalgaten. De kern van de Laat-Middeleeuwse vindplaats bevindt zich aan de oostzijde van het onderzochte terrein (bij de Molenstraat). Aan de westzijde van het onderzochte terrein zijn sporen aangetroffen die behoren bij de periferie van de Laat-Middeleeuwse vindplaats. Deze sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, die waarschijnlijk gegraven zijn voor kleiwinning.Tussen het vondstmateriaal is zowel Vroeg- als Laat-Middeleeuws aardewerk gevonden. Er zijn echter geen sporen uit de Vroege Middeleeuwen aangetroffffen.De kern van de Vroeg-Middeleeuwse vindplaats bevindt zich vermoedelijk ten zuiden van rijksweg A15 (vindplaats 33).