Bureau voor Archeologie heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan het Zuideinde 204 te Oostzaan.Uit het booronderzoek blijkt dat aan de oostzijde van het plangebied een omgewerkte veenlaag aanwezig is die wordt geïnterpreteerd als een cultuurlaag. De aanwezigheid van kleine fragmenten baksteen, industrieel wit aardewerk en een kleipijpsteel wijst erop dat het pakket waarschijnlijk is opgebracht in de 19e of 20e eeuw, mogelijk om het land te verhogen en steviger te maken en zodoende geschikter voor betreding voor vee. In en onder de basis van dit pakket, kunnen archeologische resten aanwezig zijn gerelateerd aan laatmiddeleeuwse bebouwing langs het Zuideinde. Om beschadiging aan archeologische vindplaatsen te vermijden wordt aanbevolen graafwerkzaamheden in het oostelijk deel van het gebied dieper dan de top van de cultuurlaag te vermijden (45 cm-mv en -130 cm NAP). Indien dit niet mogelijk is, wordt aanbevolen de archeologische waarde van het gebied nader vast te stellen door middel van een proefsleuvenonderzoek. Bureau voor Archeologie adviseert om het westen van het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.