MUG Ingenieursbureau b.v. adviseert om binnen het onderzoeksgebied geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Er zijn geen archeologisch vindplaatsen binnen het onderzoeksgebied aanwezig.Uit het verkennende onderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied is gediepploegd. Rond de locatie van vijftien boringen is niet gediepploegd. Hier is de bodem deels intact, er is sprake van een B-horizont. De vijftien boringen vormen zeven clusters. In overleg met de opdrachtgever is besloten meteen over te gaan tot het uitvoeren van karterende boringen in en rond deze clusters.Het karterend booronderzoek heeft aangetoond dat de bodem binnen de geselecteerde gebieden, met uitzondering van de randzones, intact is. Er is minimaal een B-horizont aanwezig en in de meeste boringen is ook een A-, AE-, BE- of E-horizont aanwezig. De intacte bodem is bemonsterd en gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 3 mm. In de zeefresiduen is archeologische vondsmateriaal aanwezig dat grotendeels zeer waarschijnlijk via bemesting op de akker is gekomen. De houtskool en onbewerkte (natuur- en vuur)steen zal van het terrein zelf afkomstig zijn maar komen niet samen met ander archeologische vondstmateriaal voor. De bevoegde overheid, gemeente Stadskanaal, neemt een selectiebesluit op basis van het bovenstaand advies. Dit selectiebesluit is bij ons niet bekend.Het onderzoek is met zorg uitgevoerd. Indien toch archeologische waarden aanwezig blijken te zijn binnen de vrijgegeven gebieden, wijzen wij op de wettelijke meldingsplicht hiervan (artikel 5.10 van de Erfgoedwet) om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het verrichten van opgravingen een vondst doet waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een archeologische vondst betreft, meldt dit zo spoedig mogelijk bij Onze Minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (vondstmelding via ARCHIS). De melding dient ook bij gemeente Stadskanaal te worden gedaan.