Door De Steekproef bv is een plangebied onderzocht aan de noordwestrand van Ginnum. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen uitbreiding en vernieuwing van de bestaande melkveestal. De geplande verstoringsdiepte zal ongeveer 2,5 meter beneden maaiveld zijn. De hiervoor benodigde graafwerkzaamheden zouden tot aantasting van archeologische waarden kunnen leiden. Het onderzoek had tot doel om vast te stellen of dergelijke waarden aanwezig kunnen zijn. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek door middel van boringen. In het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel is uitgegaan van een middelhoge verwachting voor resten uit de ijzertijd tot en met de nieuwe tijd die samenhangen met terpbewoning. De mogelijkheid bestaat dat terpresten van de ten oosten van het plangebied gelegen terp van Ginnum doorlopen tot in het plangebied. Archeologische indicatoren kunnen ook voorkomen in de top van eventueel aanwezige dekzandkoppen in de ondergrond van het plangebied. De hoogste verwachting geldt echter voor resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd die samenhangen met de voormalige Roordastate. Om de archeologische verwachting te toetsen zijn in het plangebied zes gutsboringen gezet. Hierdoor is een boordichtheid bereikt van driehonderd boringen per hectare. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de ondergrond van het plangebied tot drie meter beneden het maaiveld uit getijdenafzettingen bestaat. Dekzand is binnen deze diepte niet aangetroffen. De top van het kleipakket wordt gevormd door een ongeveer dertig centimeter dik kleipakket dat is vermengd met humus, fosfaat en slooppuin. Het ontstaan van dit pakket hangt waarschijnlijk samen met de betreding door vee waarbij verhardingsmateriaal in de klei is getrapt en de klei is verrijkt met fosfaat uit de mest. Dit pakket is afgedekt met een ongeveer twintig centimeter dik pakket bestratingszand met daarbovenop, een laag beton. Ondanks de extreem hoge boordichtheid zijn in het plangebied geen archeologische indicatoren gevonden die zouden kunnen wijzen op behoudenswaardige archeologische resten in de ondergrond. Selectieadvies (KNA 4.0 VS07) door drs. R.P. Exaltus (senior KNA Prospector)In het plangebied is binnen drie meter beneden het maaiveld geen dekzand waargenomen waarop bewoningsresten uit de steentijd aanwezig zouden kunnen zijn. De tot drie meter beneden het maaiveld aanwezige klei bestaat uit getijdenafzettingen die in de prehistorie niet erg geschikt zullen zijn geweest voor bewoning. Terplagen of overige vuile lagen zijn niet aangetroffen. Ook in de top van de klei zijn geen archeologische indicatoren gevonden die zouden kunnen wijzen op behoudenswaardige resten van de Roordastate. In verband hiermee geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn archeologische resten gevonden waarmee tijdens de verdere planvorming rekening zou moeten worden gehouden.
2017-07/07