Windmolenpark Fryslân, IJsselmeer

DOI

In opdracht van Windpark Fryslân, onder begeleiding van Pondera Consult heeft Periplus Archeomare B.V. in samenwerking met DEEP B.V. een archeologisch inventariserend veldonderzoek (opwaterfase) uitgevoerd voor het plangebied voor het te realiseren windmolenpark Fryslân in het IJsselmeer direct ten zuiden van de Afsluitdijk. Het onderzoek bestond uit een side scan sonar onderzoek voor de objectdetectie en singlebeamonderzoek voor een indruk van de diepte van het plangebied ten opzichte van NAP.Tijdens het onderzoek zijn de locaties van 89 geplande windturbines inclusief een buffer van 100 meter rondom in kaart gebracht. Daarnaast zijn stroken met een breedte van 220 meter tussen de windturbinelocaties in noordnoordwest-zuidzuidoostelijke richting onderzocht. In totaal is ruim 1251 hectare waterbodem in kaart gebracht met side scan sonar en zijn dieptegegevens verzameld.In het onderzochte gebied zijn in totaal 118 individuele contacten met sonar waargenomen en gerapporteerd.Het merendeel van de contacten bestaat uit kleine, losse objecten die verloren of gedumpt zijn, zoals losse stukken kabel en autobanden.Op acht locaties zijn grotere structuren en objecten waargenomen waarvan niet kan worden uitgesloten dat het om objecten met een cultuurhistorische waarde gaat.Zes van de acht locaties liggen meer dan 100 meter van de dichtstbijzijnde werkvakken van 30 meter rondom de geplande windturbines en worden niet bedreigd door het plaatsen van de fundaties. Wel dient rekening teworden gehouden met de locaties bij het aanleggen van de sleuven voor de verbindingskabels. Geadviseerd wordt dan ook om de locaties inclusief een bufferzone van 100 meter (conform het beleidsadvies van de RCE)rondom te ontzien bij de geplande werkzaamheden.Eén locatie, het scheepswrak van contact 116, ligt 69 meter ten westen van de centrumlocatie van turbine E9, en slechts 39 meter van het werkvak van 30 meter rondom de centrumlocatie. Het scheepswrak op locatie 95 ligt 111 meter van de centrumlocatie van turbine E8, en 81 meter van het werkvak van 30 meter rondom de centrumlocatie. Deze locaties kunnen bedreigd worden bij de bouw van de turbine waarbij waarschijnlijk grote werkschepen met verankering worden ingezet. Geadviseerd wordt dan ook om deze locaties nader te onderzoeken om de daadwerkelijke archeologische waarde vast te stellen, en zo nodig beschermende maatregelen te nemen. Dit onderzoek (een inventariserend veldonderzoek onderwater verkennend) dientuitgevoerd te worden op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd programma van eisen.De gebieden tussen de geplande windturbines in oost-westelijke richting zijn niet onderzocht. Hiervoor geldt dan ook dat deze gebieden nog niet kunnen worden vrijgegeven vanuit archeologisch oogpunt.De acht genoemde contacten worden voorlopig geclassificeerd als potentieel archeologische objecten en zullen als zodanig worden aangemeld in ARCHIS, de archeologische database van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Tenzij aanvullend onderzoek aantoont dat deze objecten geen archeologische waarde hebben dienen de locaties inclusief een bufferzone van 100 meter rondom, conform het beleidsadvies van de RCE, te worden ontzien bij de voorgenomen werkzaamheden. Om de archeologische waarde vast te stellen kan een inventariserend veldonderzoek (onderwaterfase verkennend/waarderend) worden uitgevoerd op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd programma van eisen.Objecten met afmetingen groter dan één meter in twee dimensies kunnen baggerobstakels vormen. Dit geldt voor 63 van de 118 gerapporteerde sonarcontacten. Twee van deze contacten liggen binnen de werkvakkenvan 30 meter rondom de centrumlocaties van de geplande windturbines.Tijdens de aanleg van het windmolenpark en in het bijzonder bij de aanleg van de kabels kunnen nog resten aan het licht komen die tot heden volledig werden afgedekt in de waterbodem of niet als archeologisch object zijn herkend tijdens het geofysisch onderzoek. We adviseren om hiervoor een passieve archeologische begeleiding in te richten op basis van een goedgekeurd programma van eisen. Deze begeleiding voorkomtvertraging tijdens de werkzaamheden mochten tijdens de uitvoering onverhoopt (potentieel) archeologische resten worden aangetroffen. De uitvoerder is conform de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) verplicht om dergelijke vondsten te melden bij de bevoegde overheid. Deze meldingsplicht voor archeologische vondsten dient ook in het bestek of plan van aanpak van het werk te worden opgenomen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xxn-ufc5
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xxn-ufc5
Provenance
Creator L.A. Muis
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor s Brenk, van den; S. van den Brenk (Periplus Archeomare); Periplus Archeomare
Publication Year 2017
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact s Brenk, van den (Periplus Archeomare)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 31630452; 9135; 9010; 1004; 3615
Version 1.0
Discipline Humanities