In opdracht van gemeente Ubbergen heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau eind 2012 een archeologische begeleiding conform protocol opgraven uitgevoerd aan de Kerkberg te Beek- Ubbergen (gemeente Ubbergen). In verband met de vervanging van het bestaande riool wordt ten noorden van de bestaande riolering langs de Kerkberg en De Geest een nieuw riool geplaatst. Het riool zal worden aangelegd op een diepte van maximaal 1,5 m -Mv. De voorgenomen bodemingrepen zouden de eventueel aanwezige archeologische resten in het plangebied kunnen verstoren. Het primaire doel van deze archeologische begeleiding was het veilig stellen van de wetenschappelijke informatie van deze vindplaats die tijdens archeologisch vooronderzoek is aangetroffen (behoud ex situ).De bodem in het gehele onderzoeksgebied wordt gekenmerkt door een ernstig verstoorde bovenlaag van minstens 55 cm dikte (en dieper). Hieronder zijn lagen aangetroffen die bestaan uit hellingsediment. Ter plaatste van profiel 1 heeft zich mogelijk een akkerlaag in de helingsedimenten gevormd. Ter plaatse van profiel 1 en 2 is aan de basis van de profielkolommen dekzand aangetroffen en bij profiel 3 stuwwalafzettingen. De bodemopbouw is sterk geroerd door de aanleg van het riool en voormalige bebouwing. De lagen zijn met name in de 20e eeuw verstoord. Uit de oude akkerlaag (laag 20) is een middeleeuwse scherf en een deel van een Romeinse dakpan afkomstig. Mogelijk zijn deze met het hellingsediment meegevoerd of door latere verstoringen verspit geraakt.Tijdens de archeologische begeleiding zijn geen behoudenswaardige archeologische resten aangetroffen. Er zijn wel funderingsresten en een waterput vrijgelegd die uit het begin van de 20e eeuw dateren. Het gaat hierbij om restanten van de voormalige kleuterschool die op historisch kaartmateriaal en een luchtfoto nog zichtbaar is.Met deze archeologische begeleiding conform protocol opgraven is het onderzoek in het onderzoeksgebied afgesloten. Tijdens het veldwerk is gebleken dat de bodemopbouw grotendeels verstoord is door kabels, leidingen, de sleuf voor het bestaande riool en de voormalige bebouwing. De verstoringen door sleuven voor kabels en leidingen en het riool zijn echter van geringe breedte en er kan niet worden uitgesloten dat in het omliggende gebied de bodemopbouw intact is en er archeologische resten aanwezig zijn. Daarom wordt aanbevolen om, indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden voorgenomen, hierbij rekening te houden met eventuele archeologische resten.Daarnaast wordt aanbevolen om de leidingaanleg in het overig gedeelte van het plangebied archeologisch te laten begeleiden, omdat niet uitgesloten kan worden dat zich tussen de bestaande sleuven (kabels en leidingen) bijvoorbeeld nog historische muurresten kunnen bevinden.
