De initiatiefnemer heeft het voornemen om zes nieuwbouwwoningen te realiseren binnen een plangebied aan de Zuidelijke Achterweg te Wemeldinge. Het plangebied omvat twee percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Wemeldinge, Sectie C Perceel 1718 en 1488 (ged.) en beslaat een oppervlakte van circa 1.650 m2. Het huis en de tuin met adres Dorpsstraat 39 op het noordelijke deel van het perceel 1488 maken geen deel uit van het nieuwe projectplan.Het plangebied is binnen het bestemmingsplan Kom Wemeldinge (2010) gesitueerd, welke per 1 maart 2024 integraal onderdeel is geworden van het Omgevingsplan gemeente Kapelle. Mogelijk aanwezige archeologische waarden worden hierbinnen planologisch beschermd door een dubbelbestemming waarde archeologie 1. Binnen dit gebied geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die groter zijn dan 100 vierkante meter en dieper reiken dan 0,30 meter beneden maaiveld. Dergelijke werkzaamheden zijn wel vergunbaar mits een archeologisch onderzoeksrapport wordt voorgelegd waarin wordt aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dat deze niet behoudenswaardig zijn of dat deze door de voorgenomen werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad.Bij de voorgenomen ontwikkeling worden de vrijstellingsgrenzen overschreden en daarom dient in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor een Binnenplanse OmgevingsPlanActiviteit (OPA) een archeologisch onderzoeksrapport te worden voorgelegd. In het kader hiervan is voorliggend archeologisch onderzoeksrapport opgesteld.In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek. Hierbij is de meest noordelijke boring gestuit op 0,75 m -mv en kon de dieper gelegen bodemopbouw niet getoetst worden. In de overige boringen is een bodemopbouw vastgesteld met aan de basis afzettingen van het Laagpakket van Wormer. Naar boven toe worden deze afgedekt door het Hollandveen Laagpakket. Aan de zuidzijde van het plangebied zijn boven het veen Scheldeafzettingen aangeboord (Kreekrak Formatie). De afzettingen werden op basis van het bureauonderzoek niet verwacht. Deze Scheldeafzettingen in het zuiden en het veenpakket in het noordelijke deel worden afgedekt door geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren met daarboven antropogene lagen en sporen.Op basis van de resultaten van beide onderzoeken kan gesteld worden dat: - Binnen het plangebied een lage verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen voor het Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen voor het niveau van het Laagpakket van Wormer, het Hollandveen Laagpakket, en de Kreekrak Formatie (de laatste is enkel aangetroffen binnen de zuidelijke helft van het plangebied); - In, en op, de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren een (middel)hoge verwachting bestaat op het voorkomen van vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd (vanaf 0,40 m -mv/0,02 m -NAP).