Archeologisch bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek-verkennende fase Stougjesdijk Oost te Oud-Beijerland, gemeente Hoeksche Waard (ZH) Archeologisch bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek-verkennende fase Stougjesdijk Oost te Oud-Beijerland, gemeente Hoeksche Waard (ZH)

DOI

Laagland Archeologie heeft in februari-december 2022 een Archeologisch bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek-verkennende fase uitgevoerd in het plangebied Stougjesdijk Oost te Oud-Beijerland. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de aanleg van een nieuwe woonwijk.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Op basis van het bureauonderzoek is de archeologische verwachting hoog voor resten uit het Laat-Neolithicum, samenhangend met de Maas estuarium 'Calais/Wormer' stroomgordel. De afzettingen van deze stroomgordel worden gerepresenteerd door de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer/Formatie van Echteld. Het estuarium was onderdeel van een zoetwatergetijdengebied. Verder is de archeologische verwachting hoog voor archeologische resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Waarschijnlijk was met name de Binnenmaas stroomgordel favoriet voor bewoning. Later in de Middeleeuwen was de omgeving van het plangebied onderdeel van een getijdengebied. In de 11e eeuw zijn bewoners begonnen met het omkaden van de drooggevallen gronden. Vanaf de 12e eeuw traden verschillende overstromingen op, wat leidde tot een leegloop van het gebied. Tot begin 14e eeuw was er nog bewoning, maar na de St. Elisabethsvloed maakte de omgeving van het plangebied deel uit van een getijdengebied en lag ter hoogte van de voormalige Binnenmaas stroomgordel een getijdengeul. De Westmaas Nieuwland Polder waarin het plangebied ligt is ontstaan toen in 1535 een aanwas werd ingepolderd. De archeologische verwachting is eveneens hoog voor de Volle, Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek worden archeologische resten verwacht. De geplande bodemingrepen zullen deze resten zeer waarschijnlijk aantasten. We adviseren daarom vervolgonderzoek aan in de vorm van een verkennend booronderzoek. Gezien er meerdere delen van het terrein reeds op een eerder moment archeologisch zijn onderzocht hoeven enkel op de niet eerder onderzochte delen boringen te worden verricht (zie Bijlage 3). Hierbij worden verspreid over de toegankelijke delen van het plangebied maximaal 483 grondboringen gezet.Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is er een zonering voor de archeologische verwachting te maken voor het plangebied, waarbij de archeologische verwachting voor verschillende archeologische niveaus (Laat-Neolithicum, Bronstijd tot Midden-IJzertijd, Late IJzertijd tot Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd) kan worden onderverdeeld. Oeverafzettingen/kwelderafzettingen met archeologische indicatoren zijn slechts in één enkel geval vastgesteld op een aanzienlijke diepte. Verder zijn kreek- en oeverafzettingen uit de Bronstijd tot Midden-IJzertijd met archeologische indicatoren aangetroffen (zie Bijlage 23). Verder zijn waarschijnlijk vindplaatsen aanwezig waar oeverafzettingen binnen 1,80 m -NAP zijn aangetroffen. Binnen een groot gebied in het oostelijke plangebied zijn dan ook in meerdere boringen archeologische indicatoren in de vorm van houtskool gevonden. Verder is er binnen een buffer van 100 m vanaf de Vliet en vanaf de Stougjesdijk een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Nieuwe tijd. Deze archeologische waarden zijn echter minder interessant Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems) voor het archeologische niveau dat de Bronstijd tot Midden-IJzertijd en Late IJzertijd tot Middeleeuwen representeert (zie Bijlage 24).Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken en prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Van belang bij de planning van een eventueel gravend onderzoek is dat er een wisselend zomer -en winterpeil wordt ingesteld van respectievelijk 1,60 en 1,80 m -NAP (60 à 120 cm -mv). Een uitvoering in het winterseizoen is mogelijk gunstig genoeg om archeologische resten uit de IJzertijd tot Middeleeuwen onder een afdekking van getijdenafzettingen in kaart te brengen. Mogelijk kan dat zonder of slechts een geringe bemaling. Met name in een behoorlijk gebied in het oostelijke plangebied is een archeologische vindplaats zeer waarschijnlijk. Specifiek voor dit gebied wordt een tien procent dekking met proefsleuven geadviseerd. Voor het Bronstijd tot Midden-IJzertijd niveau is het zinvol om eerst een karterend onderzoek uit te voeren om het kreeklichaam en de mogelijke vindplaats beter in kaart te brengen.De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Hoeksche Waard, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw Channa Cohen-Stuart.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-X4J-59DK
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-X4J-59DK
Provenance
Creator J. Wijnen
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Laagland Archeologie
Publication Year 2023
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/gml+xml; application/zip; text/xml
Size 26941439; 154953; 26118; 78327; 3289; 1190; 1343; 1815; 830; 1597; 143450; 10326; 6038; 1851; 1148; 1678; 1831; 2038; 2143; 2025; 1266; 1624; 2134; 1391; 1984492; 978; 1602; 177302; 1445; 977; 1280; 1604425; 907; 1208; 2963; 980; 38289; 1470; 2124; 2075; 1447; 1813; 1524; 2323; 306588; 249618; 5056; 2361695; 310956
Version 1.0
Discipline Humanities