SOB Research voerde archeologisch onderzoek uit aan de Witmoesdijk te Enter. Hierbij is een laat-Germaanse waterput aangetroffen. Uit de bekisting van de waterput zijn monsters genomen voor dendrochronologisch onderzoek. In alle gevallen gaat het om monsters van gekliefde eiken (Quercus sp.) planken. Van de twaalf metingen zijn er elf afkomstig uit twee bomen. Hiervoor zijn de boom-middelcurven 21.104.B01 en 21.104.B02 gemaakt. Los van een matige onderlinge gelijkenis laten deze middelcurven verder geen resultaten zien.
Het twaalfde monster kan gedateerd worden in 331 na Chr., wat de laat-Germaanse ouderdom bevestigd. Er is geen spinthout aanwezig, waardoor alleen de ondergrens van het kapinterval bepaald kan worden.