Laagland Archeologie heeft in maart 2023 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Stationsstraat 8 te Steenwijk. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom geplande nieuwbouw.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Het plangebied ligt momenteel braak. Het AHN en veldbezoek wijst uit dat hier diepe ontgravingen hebben plaatsgevonden. In historische tijden lag het plangebied iets buiten de oude stadsgracht, in de nabijheid van de Oosterpoort. Vanaf de Late Middeleeuwen is het plangebied tafereel van krijgshandelingen geweest, een en ander samenhangend met de vele belegeringen die de stad gekend heeft. Gezien de ligging binnen het schootsveld van Steenwijker verdedigers, is hier tot ver in de Nieuwe Tijd geen bebouwing te verwachten. Wel zijn sporen van krijgshandelingen (stellingen, loopgraven en dergelijke) te verwachten, maar dergelijke structuren laten in het archeologische record meestal geen of nauwelijks sporen na. Voor resten uit de periode Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd wordt een middelhoge verwachting aangehouden. Resten uit oudere perioden worden niet verwacht.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem tot in de C-horizont is verstoord. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht.Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie.Dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Steenwijkerland. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, A. Vissinga.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).