Plangebied Structuurbaan 30 te Nieuwegein, gemeente Nieuwegein; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

DOI

In opdracht van Aalberts Ontwikkeling bv heeft RAAP in februari en maart 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Structuurbaan 30 te Nieuwegein in de gemeente Nieuwegein. Het onderzoek vond plaats in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Op grond van de onderzoeksresultaten en onder verwijzing naar de doelstellingen, kunnen de volgende uitspraken worden gedaan:Het pleistocene oppervlak ligt op 9 tot 13 m diepte, en hoewel dit niveau niet tijdens het booronderzoek is bereikt, is het aannemelijk dat dit niet door de geplande bodemingrepen zal worden bedreigd (m.u.v. boorpalen).In het plangebied konden resten van bewoning worden aangetroffen uit de periode vanaf het neolithicum tot en met de nieuwe tijd in de top van de kom-/oeverafzettingen van de stroomgordel van Jutphaas. Tijdens het veldwerk zijn onder het recente ophogingspakket in de top van de natuurlijke (kom)afzettingen restanten van de oude bouwvoor aangetroffen vanaf 30-65 cm –mv, met name in het noordwestelijk deel van het plangebied, ter hoogte van het AMK-terrein. Afgezien van de bouwvoor zijn in de intacte afzettingen geen aanwijzingen voor een duidelijke cultuurlaag aangetroffen. Op een dieper niveau binnen de natuurlijke afzettingen zijn intacte oeverafzettingen aangetroffen, met lokaal hierin de vorming van een laklaag. Er is op dit niveau geen sprake van een ‘vuile laag’/cultuurlaag.Alhoewel het onderzoek primair verkennend van karakter was, konden met het gehanteerde boorgrid nederzettingen uit de perioden (laat neolithicum/) bronstijd-middeleeuwen met een omvang tussen 500-1200 m2 en met een archeologische laag worden opgespoord. Dergelijke nederzettingen worden op basis van de resultaten niet meer verwacht in het plangebied. Vindplaatsen van kleinere omvang en/of zonder archeologische laag konden hiermee echter niet worden opgespoord. Ten aanzien van de laklaag en de top van de oeverafzettingen blijft de archeologische verwachting voor het aantreffen van dergelijke vindplaatsen uit de periode (laat neolithicum/bronstijd/)ijzertijd-Romeinse tijd en de late middeleeuwen dan ook hoog. De datering van de laklaag is niet bekend. Op basis van de stratigrafie en de NAP-hoogte kan het gaan om een potentieel archeologisch niveau uit de periode ijzertijd-Romeinse tijd dat in dat geval stratigrafisch is gescheiden van het bovenliggende laatmiddeleeuwse niveau.De mate van diepe verstoring van de oorspronkelijke bodemopbouw is over het gehele plangebied bezien beperkt, getuige de aanwezigheid van (een restant van) de oude bouwvoor. Dit niveau is met name in het noordwestelijk deel van het plangebied waargenomen. Diepere verstoring van het maaiveld uit de nieuwe tijd (en mogelijk late middeleeuwen) en dieper is voornamelijk aanwezig in het zuidoostelijk deel van het plangebied, de zone ten oosten van boring 3 (inclusief bebouwde delen).Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied op twee stratigrafische niveaus (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x4j-fxd5
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x4j-fxd5
Provenance
Creator R.A.C. Kroes; T.E. de Rijk
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor A.M. Brinkman; RAAP Archeologisch Adviesbureau BV
Publication Year 2021
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact A.M. Brinkman (RAAP Archeologisch Adviesbureau BV.)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; text/csv; application/octet-stream; application/pdf
Size 9144; 16962; 8448; 2448; 57528; 9292; 5953898
Version 2.0
Discipline Humanities