BAAC bv heeft voorafgaand aan de uitbreiding van een gebouw een inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Oude Dijk te Tilburg. In 2016 is voor dit gebied een actualiserend bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek is door de bevoegde overheid geadviseerd een karterend booronderzoek uit te voeren om vast te stellen of in het plangebied een mesolithische vindplaats aanwezig is. De aangetroffen bodem binnen het plangebied bestaat grofweg uit drie eenheden Dit betreffen 1) een Aa-horizont met daaronder een menglaag en vervolgens de C-horizont, 2), bodems met een Aa-horizont direct op de C-horizont en 3) verstoorde grond op de C-horizont.De C-horizont (pleistocene niveau) bestaat uit fluvioperiglaciale afzettingen, waarop in een aantal boringen een veenlaagje is aangetroffen. De overgangen tussen verschillende bodemlagen verloopt doorgaans scherp of via een verrommelde tussenlaag (A/C menglaag). Verondersteld werd dat de bodem in het plangebied door plaggenbemesting is ontstaan. Dit is echter vermoedelijk niet het geval, maar is een humeus dek ontstaan door ophoging om de waterhuishouding te verbeteren voor het aanleggen van akkers. Vanwege de abrupte overgangen tussen de humeuze bovengrond of de recent verstoorde bovengrond en de pleistocene afzettingen of het voorkomen van een A/C menglaag in delen van het plangebied kan verondersteld worden dat de top van de pleistocene afzettingen niet meer intact is en dat eventuele archeologische sporen verdwenen zijn. Bij controle van het opgeboorde materiaal zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Archeologische resten worden in het plangebied niet verwacht.