In opdracht van Riverland Investments b.v. heeft Transect b.v. in augustus 2022 een archeologisch inventariserend proefsleuvenonderzoek (IVO-P), karterende en waarderende fase met een doorstart naar Opgraven (DO), uitgevoerd in een plangebied aan de Taxhof ong. te Wijk en Aalburg (gemeente Altena). In totaal heeft het plangebied een oppervlakte van circa 643 m2. Ten tijde van het onderzoek lag het plangebied braak. De aanleiding voor het onderzoek is het voornemen om twee vrijstaande woningen binnen het plangebied te realiseren. De hoofdvraagstelling uit het Programma van Eisen luidt: Is er in het plangebied sprake van (een) archeologische vindplaats(en), zijn deze behoudenswaardig, en onder welke voorwaarden is behoud mogelijk? Het is nog niet bekend of er voor de woningen zal worden geheid of geboord. Tijdens het archeologisch vooronderzoek ten zuidwesten van het plangebied (Krekelbergh 2006) zijn voornamelijk greppels uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd aangetroffen. De greppels dienden als perceelgrenzen. Verder bestond de ondergrond uit fluviatiele afzettingen die onder te verdelen zijn in oeverwal- en komafzettingen. Op basis hiervan heeft de bevoegde overheid besloten dat een archeologisch vervolgonderzoek moet worden uitgevoerd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek met een mogelijkheid tot doorstart naar opgraven (Weterings-Korthorst, 18-01-2022). Het doel van dit onderzoek is het toetsen en aanvullen van de archeologische verwachting door het opsporen en het waarderen van eventueel aanwezige archeologische resten. Het onderzoek moet, voor zover mogelijk, inzicht geven in de aard, datering, omvang, gaafheid, conservering en begrenzing van de mogelijk aanwezige archeologische resten. Wanneer een behoudenswaardige vindplaats wordt aangetroffen, kan er sprake zijn van een doorstart naar Opgraven. Het doel van het opgraven is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van vondsten en monsters om daarmee informatie te behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn twee werkputten aangelegd (circa 72 m2). Na overleg met de bevoegde overheid en diens adviseur P. Kimenai, is besloten om werkput 1 in het noordelijk deelgebied, ter hoogte van een aangetroffen greppel, een stuk uit te breiden zodat er een volledig dwarsprofiel over de greppel kan komen. Dit valt onder de noemer doorstart naar opgraven (DO). Er zijn tijdens het veldonderzoek acht archeologische grondsporen aangetroffen en er zijn 205 vondsten verzameld. Op basis van het veldonderzoek kan geconcludeerd worden dat er n vindplaats binnen het noordelijk plangebied (werkput 1) aanwezig is. Hier zijn tijdens het proefsleuvenonderzoek zeven sporen aangetroffen, die relateren aan landgebruik in de Late Middeleeuwen tot en met de Late Nieuwe Tijd. Op basis van de waarderingstabel (tabel 2) is geconcludeerd dat in het noordelijke plangebied geen sprake is van een behoudenswaardige vindplaats. Binnen het zuidelijk plangebied is geen vindplaats aanwezig. Met het proefsleuvenonderzoek is de hoge archeologische verwachting op resten uit de Romeinse Tijd tot en met de Vroege Middeleeuwen D getoetst en bijgesteld naar laag. De hoge verwachting op archeologische resten uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd is met de vindplaats in het noordelijk plangebied bevestigd. Het selectieadvies omvat de volgende mogelijkheden: (1) het vrijgeven van het plangebied; (2) het behoud in situ van vindplaatsen (fysiek beschermen); of (3) het behoud ex situ van vindplaatsen (definitief opgraven). Het selectieadvies wordt voorgelegd aan de bevoegde overheid, die uiteindelijk een selectiebesluit moet nemen.Op basis van het veldonderzoek kan geconcludeerd worden dat er n vindplaats binnen het noordelijk plangebied (werkput 1) aanwezig is. Deze is ons inziens niet behoudenswaardig. Een opgraving van een dergelijk klein resterend vlakte zal, gezien de aard en complex van de sporen, geen aanvullende informatie opleveren dan wat er al met het onderliggend onderzoek verkend is. Op basis hiervan, en door het ontbreken van een vindplaats in het zuidelijk plangebied, wordt daarom geadviseerd om het plangebied archeologisch vrij te geven. Bovenstaande vormt een advies. Op basis van het advies is het aan de bevoegde overheid van de gemeente Altena een besluit uit te brengen.