Bij drie van de vijf boringen zijn onder een humeus pakket Maasterrasafzettingen zonder sporen van bodemvorming aangetroffen. Bij de twee meest zuidoostelijke boringen is in de top van de Maasafzettingen wel een intacte B-horizont. Het bodemprofiel in het noordwestelijke deel van het plangebied is verstoord tot een diepte van 80-120 cm –mv. In het zuidoostelijke deel van het plangebied lijkt de bodemverstoring zich te beperken tot maximaal 50 cm –mv. Op basis van de resultaten van het booronderzoek kan de gespecificeerde verwachting worden bijgesteld naar laag voor alle perioden voor het noordwestelijke deel van het plangebied. Voor het zuidoostelijke deel van het plangebied blijft de hoge verwachtingswaarde staan.