Laagland Archeologie heeft in december 2020 een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd aan de Kooikerlaan te Schoonebeek. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom het realiseren van twee woningen op het schoolplein van de voormalige RKS Nicolaasschool.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Op basis van het bureauonderzoek werd een middelhoge verwachting toegekend voor de periode late middeleeuwen. Het gaat om archeologische resten uit de ontginningsfase van het gebied. In de top van het dekzand kunnen resten uit de steentijd aanwezig zijn. Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft aangetoond dat in het plangebied een laag opgebrachte grond met een dikte van 70 tot 105 cm ligt. Hieronder bevindt zich een geroerde laag op dekzand. Van de oorspronkelijke veenlaag is in de noordwesthoek (boringen 1 en 3) nog een restant bewaard gebleven. In slechts 1 boring is in de top van het pleistocene zand een Bh-horizont aangetroffen.Het laatmiddeleeuwse niveau is in het plangebied niet meer intact. De kans op het aantreffen van een vindplaats uit de steentijd is op een dergelijk klein oppervlak erg klein.Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie.De implementatie van dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Emmen. Bij het definitief maken van dit rapport gaan we ervanuit dat de gemeente dit advies heeft overgenomen.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed) of bij de gemeente Emmen.