De onderzoekslocatie ligt binnen de Gelderse Vallei op een vlakte van verspoelde dekzanden, waarop veldpodzolgronden voorkomen. Deze gronden hebben een middelhoge trefkans op archeologische resten. Het gebied was vanaf het Laat-Glaciaal geschikt voor bewoning, waardoor de middelhoge trefkans betrekking heeft op archeologische resten uit de periode Laat-Paleolithicum – Nieuwe Tijd.Uit het karterend booronderzoek is gebleken dat binnen het noordelijk deel van de locatie voor het grootste deel vergraven veldpodzolbodems aanwezig zijn. In een boring is een volledig intact bodemprofiel aangetroffen. Ook in het zuidelijke deel zijn in twee boringen nog restanten van een podzolbodem aangetroffen. In het overige deel waren de grondwaterstanden te hoog voor podzolisatie, waardoor hier vooral beekeerdgronden zijn ontstaan. In twee boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen in de vorm van houtskool en een klein, waarschijnlijk laatmiddeleeuws fragmentje aardewerk. Op basis van het karterend onderzoek wordt geconcludeerd dat er mogelijk nog archeologische waarden op de onderzoekslocatie aanwezig zijn.
Issued: 2009