Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Kar 11-b te Klarenbeek. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van een deel van de bestaande bebouwing en het bouwen van een nieuwe varkensstal.
De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 2585 m2 met een diepte van 2 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.

Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied intact. Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, en bevinden zich in de bovengrond van de fluvioperiglaciale afzettingen of in de bovengrond (de bodemhorizonten) van het dekzand. Tijdens het boren zijn echter geen bodemhorizonten of, resten uit deze periodes aangetroffen. De hoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het midden- en laat Paleolithicum kan daarom naar laag worden bijgesteld. Nederzettingsresten uit de late Middeleeuwen en de nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. Tijdens het booronderzoek zijn echter geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats uit deze periode. Daarom kan de verwachting om archeologische waarden uit de perioden Late Middeleeuwen en de nieuwe tijd aan te treffen voor het plangebied naar laag worden bijgesteld. De lage verwachting voor resten uit het Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen kan gehandhaafd worden.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.