Op 29 oktober 2013 is door Aeres Milieu een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd aan de Parallelweg te Geldrop. Het doel van het booronderzoek is de in het bureauonderzoek opgestelde specifieke verwachting te toetsen. Aan de hand van deze gegevens kunnen vervolgens adviezen over de aanwezige archeologische resten, of vervolgtraject worden opgesteld.Op basis van de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied en geografische ligging moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge verwachting geldt voor archeologische resten uit de periode laat-paleolithicum tot en met de vroege middeleeuwen en een middelhoge verwachting voor archeologische resten uit de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. De hoge dekzandruggen en dekzandwelvingen waren aantrekkelijke bewoningslocaties in de genoemde perioden. De glooiingen van beekdalzijde, de overgang naar de beekdalen, waren bij uitstek geschikte woongronden door hun grote biodiversiteit en gradiënt.Indien het plangebied binnen het beekdal ligt, dan kunnen off site sporen van vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum en beekdalgerelateerde vindplaatsen vanaf het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen worden aangetroffen.Het verkennende booronderzoek levert het beeld van een dik cultuurdek op een C-horizont. Dit cultuurdek is in de noordoostelijke helft van het plangebied in sterke mate verstoord. In de zuidwestelijke helft van het plangebied is dit dek nog grotendeels intact.Op basis van het uitgevoerde verkennend booronderzoek kan worden gesteld dat de zuidwestelijke helft van het plangebied (boringen 3 tot en met 6) een intacte cultuurlaag herbergt. Het archeologisch potentiële niveau is aangetroffen onder een langzaam opgehoogd landbouwdek. Vanwege de mogelijke aanwezigheid van archeologische resten wordt geadviseerd om voorafgaand aan graafwerkzaamheden een vervolgonderzoek uit te voeren indien de toekomstige verstoringen reiken tot 150 centimeter beneden maaiveld en een verstoringsoppervlak hebben van meer dan 500 m². Dit onderzoek dient bij voorkeur uitgevoerd te worden door middel van proefsleuven.Met het proefsleuvenonderzoek kan worden vastgesteld of in het plangebied archeologische resten aanwezig zijn en zo ja, welke waardering hieraan gegeven kan worden. Voor dit proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk dat is goedgekeurd door de bevoegde overheid. In dit PvE wordt de werkwijze en de randvoorwaarden van het proefsleuvenonderzoek vastgelegd. Met de archeologische begeleiding kunnen eventueel aanwezige resten op een archeologisch verantwoorde manier worden benaderd, gedocumenteerd en geborgen. Ook voor een archeologische begeleiding dient op voorhand een Programma van Eisen te worden opgesteld. Indien de verstoringen niet tot 150 centimeter –mv reiken kan de zuidwestelijke helft van het terrein middels het bestemmingsplan worden beschermd. Er dient dan een dubbelbestemming archeologie te worden opgenomen.Gezien de verstoring tot grote diepte binnen de noordoostelijke helft van het plangebied (ter plaatse van boringen 1 en 2) wordt hier geen nader archeologisch onderzoek nodig geacht.

AM13285

Date: 29 oktober 2013 (uitvoering onderzoek)

Issued: 2014-08-04T00:00:00.000+02:00