In opdracht van Dienst Landelijk Gebied heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in november en december 2014 een inventariserend veldonderzoek (proefsleuven met twee boringen) en een archeologische begeleiding (protocol proefsleuven met doorstart naar protocol opgraven) uitgevoerd in verband met de aanleg van watergangen in plangebied Waalbos (fase 2), gemeente Ridderkerk. Het onderzoek vond plaats op locaties waar een nieuwe watergang wordt aangelegd ter plaatse van zones waar bij eerder onderzoek archeologische resten zijn gevonden.In vier werkputten (WP1, 2, 4 en 6) werden tijdens het onderzoek daadwerkelijk archeologische sporen en vondsten aangetroffen. De overige werkputten hebben geen sporen opgeleverd, met uitzondering van recente sporen en/of verstoringen. De sporen die aangetroffen zijn in genoemde werkputten betreffen hoofdzakelijk kuilen en greppels. Deze bevinden zich uitsluitend ter plaatse van de delen van het plangebied waar oeverafzettingen aanwezig zijn. De oeverafzettingen zijn afgedekt door overstromingsafzettingen, die het gevolg zijn van de overstroming van de Zwijndrechtse Waard in het begin van de 14e eeuw. Dit past goed bij de datering van de sporen. Op basis van het aangetroffen aardewerk kunnen zij namelijk in de 12e of 13e eeuw gedateerd worden, met een mogelijk uitschieter naar het begin van de 14e eeuw. Een bijzondere vondst is de emmertarwe die gevonden is in WP6. Het gebruik van emmertarwe tot in de Middeleeuwen past in het regionale beeld, zoals dat bijvoorbeeld uit Rotterdam-Markthal bekend is. Elders wordt emmertarwe namelijk in de Middeleeuwen niet meer gebruikt. Gezien de geringe omvang van het onderzoek is de aard van de sporen lastig te bepalen. Waarschijnlijk betreft het structuren op een erf van een boerderij (WP6), zoals graanopslag- of afvalkuilen, of sporen van erfgreppels of verkavelingen. De resultaten tonen in ieder geval aan dat de hoge verwachting voor de oeverafzettingen van de Oude Waal zeker terecht is. Alleen waar sprake is van bijvoorbeeld broeikassen geldt dat archeologische resten hoogstwaarschijnlijk verstoord zullen zijn.In het kader van de huidige inrichting zullen geen bodemingrepen meer plaatsvinden. Indien in de toekomst ter plaatse van de archeologische terreinen bodemingrepen zullen plaatsvinden, wordt geadviseerd waarderend archeologisch onderzoek van deze terreinen uit te laten voeren.