Laagland Archeologie heeft in januari 2020 een beknopt bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Staverdenseweg 93 te Elspeet. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de sloop van een deel van de huidige opstallen, gevolgd door nieuwbouw.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Omdat er al veel over het plangebied bekend is, is volstaan met een beperkt bureauonderzoek.Op basis van het bureauonderzoek geldt een hoge verwachting voor resten uit de periode Neolithicum – Nieuwe Tijd. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek.Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem overwegend tot in de C-horizont is verstoord. Slechts in één boring is nog een redelijk intact podzolprofiel gezien. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht.Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie.De implementatie van dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Nunspeet. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, de heer M. Wispelweij Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.4) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).