In opdracht van de gemeente Vlaardingen heeft RAAP in mei 2025 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Arij Koplaan 3b te Vlaardingen in de gemeente Vlaardingen.
Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.
Het oppervlak uit de periode laat-paleolithicum – mesolithicum bevindt zich op 16,5 m –mv of dieper. Er is onvoldoende informatie voorhanden over de aan- of afwezigheid van gradiëntzones. Er geldt dan ook een niet nader gespecificeerde archeologische verwachting voor vindplaatsen uit deze periode.
Het plangebied kenmerkt zich in het Holoceen door een ligging in een perimarien milieu, waarbinnen oeverwallen van rivieren en kreekoevers (die zich continue verplaatsten) aantrekkelijke vestigingsplaatsen zijn geweest. Dit betekent dat het gedurende een groot deel van deze periode te nat was voor bewoning.
Aan het plangebied is een lage verwachting voor de periode neolithicum tot en met de bronstijd, een middelhoge verwachting voor de periode ijzertijd tot en met de vroege middeleeuwen en een lage verwachting voor de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd toegekend.
De graafwerkzaamheden die bij de uitvoer van de plannen nodig zijn, gaan vrijwel geheel plaatsvinden in reeds geroerde grond, namelijk in de sleuf waar al twee rioolpersleidingen liggen. Het transformatorhuisje in het noordwestelijke deel van het plangebied wordt op het maaiveld geplaatst, ondersteund door enkele palen met een lengte van 3 m.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied geen archeologische resten door de geplande graafwerkzaamheden bedreigd worden. Daarom wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).
Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Vlaardingen, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.
De gemeente Vlaardingen onderschrijft een groot deel van het advies, alleen niet de vrijgave van het deel waar de leidingen in nog ongeroerde grond tot grote diepte zullen worden aangelegd (nummer 1 in figuur 14).
Voor dat deel schrijft de gemeente een actieve archeologische begeleiding voor. Dit houdt in dat tijdens het civiele werk archeologisch onderzoek plaatsvindt, waarbij de ontgraving van kansvolle archeologische niveaus onder regie van het archeologisch onderzoek valt.
Voor het deel dat plaatsvindt in de bodem waarvan verwacht wordt dat de bodem reeds verstoord is, schrijft de gemeente een passieve archeologische begeleiding voor. Dit houdt in dat er alleen archeologisch onderzoek plaatsvindt als er archeologische resten in situ worden aangetroffen. Deze vorm van begeleiding is bedoeld als vangnet als er onverhoopt toch archeologische resten aan het licht
komen tijdens het civiele werk.
Voor de archeologische begeleiding (zowel actief als passief) dient voor de vergunning nog een Programma van Eisen (PvE) te worden aangeleverd voor goedkeuring door bevoegd gezag. In dit PvE kan zowel de actieve als de passieve begeleiding worden opgenomen.