De resten betreffen randverschijnselen van een erf daterend in de vroege ijzertijd. Gezien enkele oudere scherven, was hier ook sprake van bewoning in de late bronstijd. De resten uitten zich in twee grote silokuilen uit de vroege ijzertijd, die over het algemeen enkele tientallen meters van een boerderij af liggen. De kuilen zijn gelijktijdig en in tweede instantie als afvalkuil gebruikt, aangezien scherven van één pot in beide kuilen werden aangetroffen.Mogelijk behoren de aangetroffen paalkuilen ook tot bijgebouwtjes of andersoortige structuren op de rand van het erf.Latere sporen van menselijke activiteit bestaan uit het plaggendek en een weg of pad. Het plaggendek is in de middeleeuwen en nieuwe tijd tot stand gekomen. De datering van de weg of pad, dat zich uit als de reeks karresporen, is niet zeker. Gezien de donkere kleur van de karresporen, lijkt het aannemelijk dat deze sporen jonger zijn dan de prehistorische sporen. Zij dateren in ieder geval vóór het aanbrengen van het plaggendek. Het pad is niet aan een historisch bekend pad of weg te koppelen.
Date: 11/08/2015 (veldwerk)