De onderzochte locaties liggen in een beekdal langs het Peel-kanaal. De bodem bestaat uit fluvio-periglaciale en fluvio-eolische zanden, waarbinnen grind-, leemen veenlaagjes kunnen voorkomen. Lokaal komt er nog ijzeroer voor, maar deze oer is op het grootste deel van de locatie afgegraven. Verder oogt de bodem tot soms meer dan 2 m –mv verstoort, waarbij vooral de grote hoeveelheden hout opvallen. Mogelijk is dit het gevolg van de aanleg van het Peelkanaal of een poging tot grondverbetering door omwonenden. In de genomen monsters zijn enkele onbewerkte, maar verbrande steenfragmenten aangetroffen: vuursteen, kwarts en graniet. Dit is mogelijk gebeurt door menselijk handelen. Ook is er houtskool aangetroffen. Daarnaast zijn in diverse monsters recent aardewerk, glas en plastic aangetroffen.Afgezien van het feit dat bodem waarschijnlijk vrij recent (in de 20e eeuw) is verstoord, is het, grond van de grote hoeveelheid bemonsterde grond en de geringe hoeveelheid vondsten van (mogelijk) antropogene oorsprong, onwaarschijnlijk dat er zich op de onderzoekslocatie archeologische sporen van steentijd-bewoning bevinden.Onzes insziens is er dan ook geen bezwaar tegen de voorgenomen grondwerkzaamheden. Mochten er tijdens de graafwerkzaamheden alsnog archeologica worden aangetroffen, dan dient dit onverwijld aan het bevoegd gezag, de gemeente Mill, te worden gemeld.

Date: 2006