In opdracht van dhr. Staal te Erichem heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van bureauonderzoek en boringen uitgevoerd op uitbreidingsterrein van het recreatieoord ‘Vergarde’ aan de Erichemseweg te Erichem. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een booronderzoek.Conclusie:Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat in de naaste omgeving van het onderzoeksterrein nederzettingen uit de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen hebben gelegen. Deze zijn vooral gesitueerd het hoogste gedeelte van een stroomrug. De bodemopbouw geeft aan, dat de bovenste meter van het bodemprofiel door recente menselijke activiteiten is verstoord. Daaronder bevinden zich twee lagen die potentieel van archeologisch belang zouden kunnen zijn. De bovenste laag is een sterk zandige kleilaag, die geinterpreteerd kan worden als een crevasseachtige (rivieroeverdoorbrak) afzetting. Het is niet duidelijk wanneer deze sedimentatie heeft plaatsgevonden. In dit pakket zijn geen sporen van archeologica aangetroffen.Onder deze crevasseachtige afzetting wordt op het noordelijk deel vaak een laag gevonden met ingespoeld ijzeroer. Eronder bevindt zich echter geen waterdragende laag, waardoor het waarschijnlijk is dat dit ijzer van de hogere delen van de stroomrug zijwaarts is gespoeld. Dit zou betekenen, dat op de plek waar dit ijzeroer zich bevindt, het water uit de bodem uittrad. Dit lagere deel van de helling van de stroomrug moet dus nat zijn geweest.De tweede laag van potentieel belang is de laklaag. Deze laag heeft zich gevormd in een laag-energetisch milieu, waardoor zich vegetatie heeft kunnen ontwikkelen. In deze fase zouden menselijke activiteiten in dit gebied hebben kunnen plaatsvinden. De humusrijke laklaag bevat in het noordelijke deel van het terrein veel kleine plantenresten, maar lijkt niet verstoord te zijn. De laag bevat in het zuidelijk deel van het terrein veel meer plantenresten dan in het noordelijk deel en is soms zelfs venig. Dit wijst erop, dat in deze rustige fase dit deel nog zo nat is geweest dat het onwaarschijnlijk is dat hier menselijke activiteiten plaatsvonden. Ook in deze laklaag zijn geen verdere archeologica aangetroffen. Het zand, dat in de ondergrond aanwezig is (de zogenaamde Kreftenheye 6 rivierafzetting), behoort waarschijnlijk tot de stroomrug van het Echteld Bommel–Est–Gameren riviersysteem, welke actief was tussen ca. 2936 en 2310 BP. Gezien het gegeven dat dit terrein zich op de flank van een stroomrug bevindt, en de ondiepere afzettingen, voor zover deze niet zijn verstoord, een reltief nat milieu indiceren, lijkt het onwaarschijnlijk dat zich hier belangrijke archeologische overblijfselen bevinden.Het terrein bevindt zich op de flank van een stroomrug en de ondiepere afzettingen indiceren een relatief nat milieu. Er zijn geen archeologische indicatoren gevonden. De aanbeveling is daarom om het terrein wat betreft de archeologie voor de geplande activiteiten vrij te geven. Dit laat onverlet dat eventuele vondsten van archeologische resten tijdens de werkzaamheden alsnog conform de monumentenwet dienen te worden gemeld.
Date: 2002