In het kader van de herinrichting van een deel van de Rijksweg en Burgemeester van Dorth tot Medlerstraat, gemeente Duiven, heeft de regioarcheoloog van de gemeente Arnhem in opdracht van de gemeente Duiven onderhavig bureauonderzoek opgesteld. Het bureauonderzoek is noodzakelijk omdat het plangebied volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Duiven deels valt binnen een zone met een hoge archeologische verwachting en deels valt binnen een zone met een lage archeologische verwachting.In gebieden met een hoge archeologische verwachting geldt dat voorafgaand aan bodemingrepen groter dan 500 vierkante meter en dieper dan 50 cm beneden maaiveld een archeologisch onderzoek dient plaats te vinden. In gebieden met een lage archeologische verwachting geldt dat voorafgaand aan bodemingrepen groter dan 10.000 vierkante meter en dieper dan 50 cm beneden maaiveld een archeologisch onderzoek dient plaats te vinden. Conform de onderstaande kaart van het plangebied, worden de bovengenoemde ondergrenzen overschreden. De eerste stap in dit archeologisch onderzoek wordt gevormd door onderhavig bureauonderzoek. Hierbij wordt gekeken of er een kans is op de aanwezigheid van archeologische resten binnen de grenzen van het plangebied en zo ja, of die door de geplande bodemingrepen bedreigd worden. Daarmee zal antwoord gegeven worden op de vraag of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is en zo ja, hoe dat het beste kan worden ingestoken.
Archeologisch Rapport Arnhem 55