Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Provincialeweg 120 te Oosteind. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een tuin. Hierin wordt de bestaande vijver uitgebreid, wordt er een pad aangelegd en loper van natuurstenen schotsen aangelegd en zal een houten dek worden gebouwd met een huisje/schuur erop. De oppervlakte van het plangebied bedraagt 5500 m2 waarbinnen verscheidene grotere en kleinere bodemingrepen zullen plaatsvinden met verschillende dieptes. De grootste verstoringsdiepte zal 1,5 meter beneden maaiveld bedragen (vijver). Niet de gehele 5500 m2 zal verstoord worden, maar vanwege de dubbelbestemming wordt het gehele gebied onderzocht. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
In het plangebied is sprake van een A-C profieltype. Hierin is de overgang van de A-horizont naar de C-horizont erg abrupt. De A-horizont lijkt daarom de top van de C-horizont te hebben verstoord, mogelijk tot diep in de C-Horizont. Aangezien de top van de C-horizont zich al vanaf 40 centimeter beneden maaiveld verwacht kon worden lijkt de C-horizont dus diep verstoord te zijn. Hierdoor zullen eventueel aanwezige archeologische resten verstoord zijn, met uitzondering van uitzonderlijk diepe sporen. Deze zullen zonder verdere context echter ook weinig informatiewaarde hebben.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.