Een kleinschalige opgraving in de terp van Brantgum.

DOI

Van 9 tot en met 11 oktober 2007 heeft ADC ArcheoProjecten in opdracht van de Provincie Fryslân een archeologisch onderzoek uitgevoerd in Brantgum. In het plangebied zal een wijziging van de verkeerssituatie plaats gaan vinden. De bestaande N356 door het centrum van Brantgum wordt aangepast. De weg zal op twee delen iets worden verlegd en onder de weg worden nieuwe leidingen gelegd en oude leidingen verlegd. Deze voorgenomen bodemingrepen verstoren het 1e aanwezige Rijksmonument.Tijdens het booronderzoek uitgevoerd door RAAP Noord-Nederland in 2005 bleek dat de bodemopbouw in het plangebied ten noorden van de kerk bestaat uit opgebrachte grond op intacte terplagen op kwelderafzettingen. De bodemopbouw in het plangebied ten zuiden van de kerk bestaat uit een wegfundament/zandbed op een verrommelde 2e terplaag op intacte terplagen op kwelderafzettingen.De intacte terplagen zijn op basis van het gevonden aardewerk te dateren vanaf de Late IJzertijd tot de Late Middeleeuwen. Vastgesteld is dat de terplagen gaaf en de conserveringsomstandigheden goed zijn. Op basis van de resultaten van dit booronderzoek werden twee opgravingsputten gepland: put 1 ten zuiden van de kerk van boring 9 tot 10 en put 2 ten noorden van de kerk tussen boring 5 en 2 6. De totale oppervlakte van de putten bedroeg circa 310 m . Put 1 was circa 4 m breed en 18 m lang, put 2 was 6 m breed en 17 m lang. In put 1 werden middeleeuwse terplagen aangetroffen, waarbinnen vlekken, vier kuilen, 1 paalkuil, twee houten paaltjes en een houten plank werden gedocumenteerd. Één van de vier kuilen (S 17 in vlak 2) is mogelijk een haardkuil. In put 1 is het meest informatieve lengteprofiel gefotografeerd en beschreven. Bij de aanleg van de vlakken 2 en 3 van put 2 is in overleg met het Bevoegd Gezag en de RACM afgeweken van de in het Programma van Eisen voorgeschreven methoden. Na de aanleg van vlak 1 bleek namelijk dat een groot deel van de put verstoord was. Er was geen reden om de gehele put tot op vlak 2 te verdiepen. Vandaar dat na overleg besloten is om alleen een profiel aan te leggen langs de in vlak 1 aangetroffen steilkant van de terp. In dit profiel zijn twee kolommen gegraven waarbinnen al het vondstmateriaal stratigrafisch verzameld is. Al het tijdens het onderzoek aangetroffen vondstmateriaal in put 1 is te dateren in de Vroege Middeleeuwen, het materiaal uit put 2 betreft terpaardewerk en dateert in de Romeinse tijd, de de 3 voornamelijk in de 2e en 3e eeuw n. Chr.Tijdens de aanleg van het profiel in put 2 is een aardewerkconcentratie aangetroffen, met daarin een vrijwel complete handgevormde pot met een enkele groef versiering rond de hals en nagelindrukken in de rand. de de Het onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat de terp zijn hoogste punt heeft bereikt in de 2 /3 eeuw n. Chr. De terplagen die in put 1 zijn aangetroffen betreffen middeleeuwse uitbreidingen in zuidelijke richting.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2c7-4xsu
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-2c7-4xsu
Provenance
Creator S. Zandboer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J.W. Beestman; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact J.W. Beestman (ADC)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 6300011; 7411; 6641; 798; 6610
Version 1.0
Discipline Humanities